klassieke schrijvers houdt een opeenstapeling van clichématige kenmerken in die waarschijnlijk niet karakteristiek geweest zijn voor de meerderheid van de Keltische stammen." Het recente handboek Pre- en Protohistorie van de Lage Landen (1991) van J.H.F. Bloemers en T. van Dorp plaatst tussen de Kelten bezuiden de huidige Belgisch-Franse grens en de Germanen beoosten de Weser een "overgangszone waar in het midden van de lste eeuw voor Christus stam men woonden, die zowel Keltische en Germaanse karaktertrekken vertoonden en hier "Keltisch-Germaanse volkeren" worden genoemd"(p. 266). De argumenten van Montigny zijn dan ook bijzonder mager. Het eerste is vrijwel gelijk aan het vierde, terwijl de typisch Keltisch geachte verering van het (zee)water door Hubregtse nu juist als typisch Germaans werd beschouwd. Punt twee is ook nietszeggend: de onafscheidelijkheid van paarden en de zee is geen etno-cuiturele eigenaardigheid, maar wijst op een historisch-geografische hoeda nigheid (namelijk kustbewoning) en een technologisch ontwikkelingsstadium (de In 1931 maakte een filmploeg van Polygoon een reportage van destrao in Ellemeet. Kastelein A. van der Have zien we bier voor zijn café in EllemeetHet café van Van der Have was lol voor enkele jaren geleden nog steeds een belangrijk onderdeel van de slrao in Ellemeet. (collectie Avan der Weycte, Ellemeet) rol van het paard, dat overigens in de landbouw pas omstreeks de achtste eeuw een belangrijke rol als trekdier gaat spelen). Het is evident dat dergelijke belang rijke elementen van de levenssfeer hun plaats in mythologie en overlevering vin- 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 31