den. Met Kelten heeft dat niets te maken; Michaël werd niet exclusief of in het bijzonder vereerd in Keltische streken. Het om hel kerkhof rijden (punt drie) is ook al weinig uniek en kan evengoed verband houden met de centrale plaats van kerk en kerkhof in nederzettingen, topografisch zowel als sociaal en mentaal, als met enige "landzegening" of dodencultus. Maar Montigny's visies wonnen het pleit. Zij had persoonlijke contacten op Schouwen en H.C.M. Ghijsens gezagheb bende Woordenboek der Zeeuwse dialecten (1964, trefwoord "strange") verwees naar haar strao-publikatie uit 1959. RESULTATEN VAN ARCHIEFONDERZOEK De reeds genoemde ds. H.M.C. van Oosterzee (1806-1877), Hervormd predikant in Eikerzee, vulde zijn vrije tijd met het schrijven van artikelen op allerlei terrein. In zijn Schouwse tijd waren dat vooral historische onderwerpen. In de Zeeuwsche Vólks-almanak voor hel jaar 1846 verscheen van zijn hand een artikel over "Strao in Schouwen". Al keuvelend in vaardige 19de eeuwse romantische stijl nam hij zijn almanaklezers mee naar het Schouwse land en wijdde hen in over de strao. Latere schrijvers vielen steeds terug op het artikel van Van Oosterzee. Tot dusver re dateerde dan ook de oudste vermelding van het gebruik uit 1846 Het ver hinderde hen niet de strao terug te projecteren tot in grijze oudheden. Even opvallend als kenmerkend is dat deze auteurs zich lieten meeslepen door hun eigen speculatieve theorieën zonder te zoeken in de archieven die tot dusverre onaangeroerd bleven. Het is zaak thans enige vondsten uit archivalia naar voren te halen. Vooraf moe ten we opmerken dat het geen eenvoudige opgave is archiefonderzoek te doen naar het fenomeen strao. Het was een gebruik waarmee de overheid zich aan vankelijk niet bemoeide. Toch zijn er wel aangrijpingspunten. De strao eindigde volgens de 19de en 20ste eeuwse beschrijvingen steevast in een bezoek aan de plaatselijke herberg. We kunnen ons voorstellen dat het herbergbezoek niet altijd vreedzaam verliep. Wellicht ontaardde de strao weieens in ruzie. Dat zou aanlei ding hebben kunnen geven voor vechtpartijen waaraan het gerecht te pas moest komen. Er is nog een tweede mogelijkheid. De kerkeraden van de Gereformeerde Kerk hielden nauwlettend toezicht op de handel en wandel van haar lidmaten. Dronkenschap of ander wangedrag werd bestraft met het plaatsen onder censuur waardoor de booswichten niet mochten deelnemen aan het Heilig Avondmaal en zij vermaand werden tot schuldbelijdenis. Bovendien wordt strao door een aantal auteurs gekenmerkt als een heidense ritus. Ook dat kon de arg waan van de Gereformeerde predikanten en ouderlingen wekken. De acta van kerkeraden en classis Hoewel de oudste acta (handelingen) van de kerkeraden van de Gereformeerde gemeenten in de Westhoek van Schouwen ontbreken is hetgeen bewaard is gebleven voldoende representatief voor de 17de en 18de eeuw. De acta van de kerkeraad van Burgh en Haamstede beginnen in '1627. Vanaf 1661 hadden beide gemeenten een eigen predikant en kerkeraad. Daardoor zijn er vanaf het genoemde jaar afzonderlijke acta van Burgh voorhanden. Onder Burgh viel ook Westenschouwen. De acta van de gecombineerde gemeenten Renesse en Noordwelle zijn aanwezig vanaf 1681. Die van Eikerzee, waaronder ook Ellemeet 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 32