Op een vastgesteld uur verzamelden de ruiters en de paarden zich en ging het' in draf naar het strand. Daar werden de voeten gespoeld. Het "branderige" aan de benen van de rossen moest worden afgespoeld, de stramheid van de stalperiode moest door beweging verdreven worden. Vervolgens ging men terug naar het dorp, twee aan twee, de beste paarden voorop. De paarden hadden zich bevoch tigd, de ruiters waren nu aan de beurt. En er was geen betere rustplaats voor de dieren dan voor de herberg... Nadat de paarden later naar de stal gebracht waren kwamen de deelnemers weer in de herberg bij elkaar. Tijdens de viering van de strao werden door de bevolking van het straovierende dorp vaak vrienden en familie uitgenodigd voor maaltijd of bezoek. De strao werd omschreven als een feest. Van Oosterzee beschreef geen route van de strao; ook niet of er rond de kerk gereden werd. C.C. van de Graft beschreef, zoals eerder gemeld, in 1905 de strao. Zij deelt in haar artikel het volgende mee: "Op de aan zee gelegen dorpen op Schouwen leeft een voorjaarsgebruik, "de stra". Een twintigtal paarden, zorgvuldig gekamd en hun staarten saamge-vloch- ten, begeeft zich met zijn ruiters naar het strand en rijdt een eindje de zee in. Zadel en stijgbeugels worden niet gebruikt; op weg naar het strand wordt bij elke herberg halt gehouden om een glaasje op de goede afloop te drinken. Na de vol brachte voetspoeling stapt of draaft men, twee aan twee, door het dorp waarna de ruiters in de herbergen gaan uitrusten. Burgh doet met Haamstede mee. Het harmoniegezelschap "Witte van Haemstecle" loopt aan het hoofd van de stoet. Aan de Burgbse Ring voor de "regtkamer" en de herberg 7 Wapen van Burgh van Van der Moer zien we de leden van de harmonie "Wille van Haemslede"spelen tijdens de strao van 1922. Hoewel deze opgericht werd in J883 is het waarschijnlijk pas in hel begin van de 20sle eeuu> gebruik geworden dat de "muziek" de straorijders opwachtte hij de Burgbse molen om dan vervolgens al spelend voor de stoel paarden uil door Burgh en Haamstede te lopen. (collectie W.P. de Vrieze, Haamstede 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 37