's Middags was het dansen in de cafés. In het begin van Geleynse's straoperiode reden de meesten nog ongezadeld en lag er een kleedje op de rug van het paard. De ruiters droegen veelal een witte broek. De paarden waren versierd met papieren bloemen. In Geleynse's jeugd werd tijdens de strao altijd door ene Oosse, knecht van bakker Bosloper, die met zijn hondekar uit Noordweile kwam, op de "korenman" te Haamstede "appelsienen", "frikkedillen" (geconfijte dadels) en "schrooisels" verkocht. Deze Oosse deed dit ook op de andere dorpen tijdens de strao. Jan van de Berge uit Haamstede wist uit overlevering te melden dat de oude straoroute vanaf Burgh, via de Moolweg langs de Tempelput leidde. Nadat de paarden uit de Tempelput hadden gedronken, kwam men achter in de slotlaan uit. Vervolgens ging het in galop als een wedren door de "slotdreven" naar het dorp Haamstede. Geleynse daarentegen heeft nooit van deze straoroute gehoord. De straoroute van Renesse leidde niet naar het strand. Men reed naar Burgh, waarbij ook ieder café werd aangedaan. Bij terugkomst in Renesse werd ook twee- of driemaal rond de kerk gereden. Voor.het huis van de burgemeester, aan de Laone, werd halt gehouden en na een korte toespraak deelde deze aan iedere straorijder een sigaar en een borrel uit. Ook vanuit de andere dorpen ging men meestal niet naar het strand, althans in de jaren twintig en dertig van deze eeuw. De rijders uit Ellemeet kwamen in de vorige eeuw nog wel met de paarden op het strand. Later liep de route vanaf de smidse via de Nieuweweg naar "de theetuin" te Renesse. Vandaar reed men langs de dorp scale's naar Haamstede, Burgh en weer terug. De route van Noordwelle was langs "Koetenist" naar Haamstede en Burgh. Via Renesse ging men weer huiswaarts. De strao-route van Serooskerke was rond 1900 via haven de Schelphoek en Koudekerke naar Haamstede en Renesse. Via Noordwelle keerde men weer terug naar. het dorp. De data Tot aan de watersnoodramp van 1953 werden de data, die Van Oosterzee reeds noteerde, aangehouden, te weten: - Haamstede: 's maandags zeven weken voor de Pasen, ofwel daags voor vas tenavond. ITet is dan altijd "volle maan", zodat het 's morgens laag water is. Het is dan geschikt om over het strand te "dapperen", te draven. - Renesse: 's maandags de week daarvoor, acht weken voor Pasen. - Noordwelle: s zaterdags na Haamstede. - Serooskerke: 's zaterdags na Noordwelle. - Ellemeet: 's zaterdags na Serooskerke. - Eikerzee besloot de reeks op zaterdag daarna. Hubregtse noteerde, dat Scharendijke en Moriaanshoofd de zaterdagen daarop volgend strao reden. Moriaanshoofd heeft echter slechts enkele jaren strao-gere- den, 1920-1922. Buiten Haamstede en Burgh is in verschillende dorpen, door gebrek aan belang stelling, in bepaalde perioden de strao niet gereden. Ook in Haamstede en Burgh zijn er tanende perioden geweest. In 1956 reden volgens M.C. Geleynse, behalve hijzelf, slechts zijn zoon G.S.M. Geleynse, N.A. Dambruin en C.A. van Oord mee. 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 39