water zou worden gelaten werd de naam 'Goes' gegeven". De snelle tewaterlating
van de Goes geeft overigens aan dat Raes bij de bouw prioriteit aan dit schip
heeft moeten geven.
Ongeveer een jaar na het van de helling lopen van de Goes' was de bouw van
de 'Vlissingen en de 'Zierikzee' zover gevorderd dat ook deze schepen te water
konden worden gelaten. Op 20 augustus 1735 liep de 'Vlissingen' van stapel en
op 2 september de 'Zierikzee'. Raes verzocht de raden de dag na de tewaterlating
om toestemming de 'Zierikzee' in het dok te brengen en het daar af te zinken.
Het was noodzakelijk om het hout van de nieuwe schepen langdurig te doordren
ken om het 'werken' ervan zoveel mogelijk te voorkomen8.
Gedurende de volgende maanden werd alleen aan de 'Vlissingen' gewerkt. Pas in
de zomer van 1736 werden pompen in de 'Zierikzee' aangebracht en werd het
schip lens gepompt, schoongemaakt en geteerd. Daarna was het de beurt aan de
'Vlissingen' om te worden afgezonken.
Nederlands oorlogsschip van 64 stukken onderzeil. Tekening in 0.1.-inkt door Avan Wanswn,
oimlweks 1780. (Rijksmuseum Nederlands Schee/jvaartmuseum, Amsterdam
De werkzaamheden aan de 'Zierikzee' konden na het schoonmaken worden her
vat en eind februari 1737 begon men met het halfdek. Ook werd volop gewerkt
aan de spiegel, het vlakke gedeelte boven de achtersteven van het schip. Wel
kreeg Raes, alweer om financiële redenen, van de raden de instructie om te stop
pen met het werk zodra liet halfdek en de bak klaar waren. Hij mocht bijvoor
beeld geen begin meer maken met de werkzaamheden aan de hutten en de
brood- en kruitkamers. Wel mocht Raes doorbouwen aan de inmiddels lens
gepompte 'Vlissingen'. Medio juli 1737 was Raes zover klaar en hij stelde de raden
voor de 'Zierikzee' onder een pannendak te leggen omdat "alle de decken onder
en boven openleggen, de naden door de sonne en lugt opgetrokken worden, het
verse water daarin liep ende soo ligt een bederf konden veroor,saken"".
59