gewassen sijncle en hij nauwlijks meer voor 5 daagen medicijnen hebbende het voor sieken en gesonde gevaarlijk was langer see te houden. Den Capteijn beleijde krijgsraad en droeg aan den selven voorsz: rapport voor, waarop eenpaarig beslooten wierd, de Rheede van Cadix (Cadiz) aan te doen"20. Op 5 februari 1771 kwam de 'Zierikzee' voor anker op de rede van deze Spaanse stad. Het verblijf aldaar bracht echter geen verbetering in de situatie aan boord: het aan tal slachtoffers bleef stijgen. Ook de toestand van het schip baarde zorgen. De scheepstimmerman moest aan Nebbens melden dat de grote mast op een bepaalde plek danig was verrot. Zo goed en zo kwaad als het; ging herstelde men de schade. Eind maart had Nebbens genoeg van het wachten. Hoewel op de 25ste dode num mer achtendertig moest worden genoteerd, nam hij toch het besluit uit te varen met bestemming Livorno. het met de andere schepen afgesproken rendez-vous. Deze schepen, met uitzondering van het Friese, waren begin 1771 in de Italiaanse havenstad aangekomen. Toen de 'Zierikzee' er op 15 april arriveerde trof het daar dan ook de Hollandse schepen aan. Men stond echter net op het punt een kruis tocht op de Middellandse Zee te maken en de 'Zierikzee', waarop het dodental tot boven de veertig was gestegen, bleef achter. Het Zeeuwse schip werd door de autoriteiten wegens de situatie aan boord, in quarantaine geplaatst en omdat er de nodige reparaties te verrichten waren, leek het beter de anderen later te volgen. Toch was de toestand aan boord aan het verbeteren. Het aantal zieken nam af en hoewel het dodental nog steeg, ging dit in een langzamer tempo. Op 11 mei besloot Nebbens dan ook uit te varen met bestemming Cagliari op het eiland Sardinië, het met commandeur Van Goor Hinlopen afgesproken rendez-vous. Op 20 mei kwam de 'Zierikzee' in Cagliari aan en vond er inderdaad de Hollandse schepen. Enkele dagen daarna vertrok het eskader weer met opnieuw bestemming Livorno. Nu de 'Zierikzee' sinds hel vertrek uit Zeeland voor het eerst in eskaderverband voer, kon men de zeilprestaties vergelijken met die van de andere schepen. Dal dit aanvankelijk niet meeviel bewijst de volgende aantekening in het journaal: "bevon den dat ons schip het slegtst van het esquader seijlden. Probeerden met scherp (de kanons) vooruijt en achteruijt te brengen, dog bevonden geen verbeetering". In de pogingen zo veel mogelijk snelheid uit het schip te halen werden onder andere verschillende zeilen verspeeld. Toch verbeterden de zeilprestaties blijkens een aan tekening in het journaal van enkele dagen later: "obseiveerden dat ons schip hee ler seijlde door het vooruijthalen van de mast"22. Medio juni '1771 arriveerde het eskader weer in Livorno. De 'Zierikzee' telde toen bijna vijftig doden. Behalve dat het schip een aanzienlijk verlies aan manschappen móest incasseren baarde ook de grote mast weer zorgen. Nebbens vroeg dit keer ook advies aan de timmerlieden van de andere schepen en gezamenlijk kwamen deze tot het oordeel dat men zich geen zorgen hoefde te maken. Dat de mast krom stond blijkt uil de aantekening dat men "talijis (extra touwen) van onder op de mast (moest aanbrengen) om de bogt uijt deselven te krijgen"2-. Op 9 juli. om vijf uur 's-ochtends, gaf Van Goor Hinlopen het vertreksein aan het eskader voor een kruistocht naar Mallorca en de Noordafrikaanse kust. De eerste paar dagen liet: de commandeur de vijf schepen diverse manoeuvres uitvoeren. Het bleek dat de 'Zierikzee' door het verplaatsen van lasten en het trimmen van de zei len en masten een snel schip was geworden. In het journaal van een van de Hollandse schepen stond genoteerd dat nadat Van Goor Hinlopen aan alle sche- 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 68