Over Berlijn naar Petersburg
Slechte wegen en overstromingen maakten de tocht door Holstein en
Mecklenburg tot een riskante onderneming, waarbij men geheel afhankelijk was
van de bekwaamheid van de postiljon. Na 42 uur rijden werd op 26 maart Berlijn
bereikt. 'Als de weg niet slecht is doet men bet in 36 utiren". Zijn intrek nam Van
der Harten echt op stand. Ten half drie arriveerde in Berlijn, nam een chais en
liet mij in het Logement de stad Romen onder de Linden brengen, een der voor
naamste en schoonst gelegene in Berlijn". Misschien dat hij, gezien het doel van
zijn reis, wel een moment overwogen heeft het tegenoverliggende pand te
nemen, Hotel de St. Petersbourg geheten
Na zijn "duivelse honger" gestild te hebben werd een tourtje door de stad
gemaakt, waarbij en passant cle menagerie van Martin van Aken werd bezocht.
"Het bijzonderste was een zeergroote en schoone lama". Om zes uur ging hij naai
de Opera waar voor de tweede keer een opvoering werd gegeven van
Nurmahal oder das Rosenfest von Kashmir van Gaspare Spontini, op tekst van
C.A. HerklotzJ". "In de groote dansen enfiguuren waren er zoms meer dan 100,
terwijl op het toneel zoms meer dan 300 perzonen waren, allen in groupen van
onderschei-de oostersche kleeding en kou leur". De daaropvolgende dagen werden
enkele kerken bezocht, de garnizoenskerk, de Mariakerk en de Dom. "De dienst
der Lutherse is anders dan bij ons, mijns bedunkens meer godsdienstwekkig. Er is
een zoort van autaar waar 2 kaarsen op branden, daar boven een schilderstuk
zoo als bij de roomsche. Er wordt gepredikt, maar de Dominé heft de JJthurgie
aan die alleen door choristen wordt gezongen, welke tot stichting zeer doeltreffend
is. Begin en einde wordt gezamentlijk door de gemeente met Pshalmen door het
orgel ge-accompagneert geëindigd".
Met het bijwonen der kleine parade waar alle prinsen bij waren en alle staven
der dertig regimenten uit Berlijn en Potsdam, werd het Berlijnse intermezzo
besloten. "Ik was over het Paleis gaan staan waar de Koning en eenige Princessen
voor de ramen het stonden af te kijkenzoo dat ik den Koning in zijn volle maarts
gezicht zag". Diezelfde avond nog werd de vesting Küstrin bereikt, twee dagen
later Dirschau aan de Weichsel. "Hier sprak men niets meer dan de Polakke taal".
In Koningsbergen werd vastgesteld: "elk land zijn mode of manieren". "Hier
krijgt men staalle vorken om meede te eeten van drie pikken, waar ik in hel eerst
maar slegt mede maneuvreerde. Tans gaat het al beter. Wat doed de gewoonte
niet". Ook het voedsel was trouwens wennen, zoals in Lithouwen. "Hier drinkt
men coffij als een Nectar, maar het brood op het platte land daar men passeerd is
zeer slegt en zwart"In Memel kon echter worden bijgespijkerd. "Logeerde alhier
in de Zon, waar het zeer goed is maar verschrikkelijk duur. Voor 'I diné, '1 soupé,
2 morgens koffij en brood, 1 Jlesch wijn, 1 flesch bier en slapen betaald met 5_
Pruissische Daalders, omtrend f 10.40 cent".
Op 6 april werd. Nimmersatt bereikt, de laatste Pruissische barrière. "Een paar
honderd roeden verder was de russische slagboom waar de passen wierden na
gezien en toen toerden wij begeleid door een Cosak, een uur ver tot aan
Polangen". Drie dagen later was men in Riga. "Miek een visite bij dhr. Jan ter
Poorten-, waar een brief van Bartelink vond die mij zeer slegte moed gaf en voor
spelde geen 50% van te regt zoude komen Nog weer drie dagen later kwam men
bij de barrière van Petersburg zelf. "Schreef naar huis mijn behouden arrivement.
Sprak dees dag met- eenige Heeren over de zaak. Zommige hadden goede, zommi-
ge kwaadere gedagten
85