De curatoren en de ambassadeur benaderd Op 15 april begaf Van der Harten zich naar een van de curatoren in de zaak, baron Ludwig Stieglitz (1778-1843), hoofd van het gelijknamige handels- en ban kiershuis Stieglitz Co, dat zeer veel relaties met Nederland onderhield, "zijnde o.a. correspondent van vele renteniers en der onderscheidene administratiekanto ren van Russische fondsen" Omdat de man niet thuis bleek te zijn raadde zijn schoonzoon aan nog maar eens een keer terug te komen. Die schoonzoon was niemand anders dan de Nederlandse consul in Petersburg, David Johan Harder jr. voormalig associé van het aanzienlijk huis van negotie van Meijer. 'Brückner Co en thans van dat van Stieglitz Co. zijnde Zijn Edele gehuwd met een dochter van den Baron Stieglitz. een man van groolen rijkdom en invloed Zoveel geduld had Van der Harten echter niet, zodat hij de curator elders ging zoeken. "Op de Beurs sprak ik Stieglitz welke mij de zaak goed voor wilde doen komen. Ik zette hem direkt op zijn gal met te proponeeren alles te laten taxeeren en Zijn Edele de boel voor 70% zoude overnemen. Toen kwam hel er uit dat zijne opmaking met Clement (de andere curator) maar 60% was". Twee dagen later was het beurt aan de Nederlandse ambassadeur, baron Van Heeckeren, die inwoonde bij het Huis van Mollwo Zoon. Uiteraard overhandigde Van dei- Harten hem direct de aanbevelingsbrief van de minister, maar lezen hoefde die hem niet meer. Hij was al volledig op de hoogte. "Ik had Uw. mijnheer Van der Harten, aleer bij mij gewagl. Ik ken uwe en den Heer Cannenburgs zaaken al. Al wat ik Uiv verzoek is dat wij te zamen hier spreken blijft ook hier en begin Uw dus te waarschuwen op uwe hoede te zijnniet te tekenen en niet te driftig te zijn, want het zijn hier van den grootsen tot den kleinsten- allen schurken. Ik weet dit door mijn zevenjarig verblijf (in 1823 was Van Heeckeren benoemd tot zaakge lastigde, drie jaar later tot ambassadeur) bij ondervinding. Ik zal met Stieglitz over de zaken zelfs is spreeken en mei den Minister van Binnenlandsche Zaken. Hoort Beursgebouw van Si. Petersburg (Geaquarelleerde aquatint naar een tekening van M. I. Solosnikov na 1800). 86

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 88