De geschiedenis van hel schroef stoomschip "Prins Hendrik". Hei: stalen schroefstoomschip "Prins Hendrik" heelt in de loop der jaren onder verschillende namen gevaren. Het schip, de "Middelburg I", werd in opdracht van de Middelburgsche Maat schappij van Stoomvaart onder bouwnummer 41 bij cle Rotterdamse werf B. Wilton gebouwd in de jaren 1889-1890. Samen met het zusterschip de "Middelburg II" onderhield het schip de verbinding tussen Middelburg en Rotter dam. Na de liquidatie van de Middelburgse he Maatschappij van Stoomvaart in 1918 werd het schip opgelegd en eerst in 1925 verkocht aan de Rederij J. en A. van der Schuyt te Rotterdam. Zierikzee. Schroef-stoomschip "Prinses Juliana("Prins 1-lenclrik'). Foto 1938. (Collectie UP.J.J. BooL Opperdoes). Na de overname werd het schip omgedoopt tot "Prinses Juliana" en voer in de zomermaanden tussen Rotterdam en Hoek van Holland en werd tevens verhuurd voor particuliere pleziervaarten. In deze hoedanigheid werden in de vooroorlogse jaren verscheidene reizen naar Zierikzee gemaakt. Met ingang van 16 juli 1940 werd het schip voor een bedrag van zestig gulden per dag, te betalen aan het eind van iedere week, verhuurd aan de Provinciale Stoombootdiensten op de Westerschelde/Oosterschelde. De dagwaarde van het schip bedroeg 120.000,- bij niet teruggave van het schip binnen vier weken te voldoen. Het schip was voor een overeenkomstig bedrag verzekerd bij de assuradeurs N.V. Eykensluyters Tromp te Rotterdam. Het was een oud en traag schip met weinig comfort en had een directe besturing door middel van een groot liggend stuurwiel. De kwaliteit en de staat van onderhoud lieten veel te wensen over. Tijdens het varen moest voortdurend worden gepompt om het binnendringende water te lozen. Krachtens de verordening van de Commissaris Generaal van Bestuur en Justitie, Dr. F. Wimmer, van 3 januari '1942, waarbij werd bepaald dat het verbo den was namen van in leven zijnde leden van het Koninklijk Huis te voeren, werd cle "Prinses Juliana" omgedoopt tot "Prins Hendrik". 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 98