„WILHELMINAHOEVE" RENESSE KAMPEERBOERDERIJ Gasten van kampeerboerderij Withelminahoeve in Renesse verstuurden deze ansichtkaart omstreeks 1950. (Coll. Slreekarchivariaat Schouiven-Duiveland en Sint Philips/and, Zierikzee) Wel kan het aantal verkochte toegangskaarten voor de Domaniale duinen hier wat licht op doen schijnen. De verkoop nam toe van 1.000 in 1948, 2.612 in 1951 tot 3-259 in 1952. De toename van het aantal verblijfsdagen kan mijns inziens ver klaard worden door een toename van het aantal vakantiedagen. Daarnaast raakten steeds meer arbeiders vertrouwd met het begrip vakantiegeld. Het econo misch belang werd ook steeds meer aangestipt. De Reconstructiecommissie Zeeland had in '1952 berekend dat het verbl ij fs toer isme ongeveer 1,5 miljoen bruto in het laatje bracht. Recreatie betekende voor een deel van de bevolking een aanvullend inkomen. De gemeentepolitiek was goed vertegenwoordigd in de beide plaatselijke WV's. De Burgemeesters Röell en Van Citters waren respectievelijk voorzitter en bestuurslid van de VW-Burgh-Haamstede. Raadslid J. Stevense zat de vergade ring in Renesse voor. Naast de dienstverlening aan toeristen bestonden de werkzaamheden hoofdzakelijk uit het verbeteren van toeristische voorzieningen. Beide instellingen klaagden voortdurend over de zwakke veerverbindingen en nodigden de RTM daarom diverse malen uit voor een gesprek. De WV's waren evenals de gemeenten van mening dat de toeristische ontwikkeling niet ten koste mocht gaan van de rust en natuurschoon. Een gestructureerd beleid ontbrak in deze jaren echter nog. In feite werd de ontwikkeling van dag tot dag beoordeeld. Opvallend is verder dat beide WV's zelfstandig opereerden. Volgens het kantoor in Renesse kon alleen op die wijze de belangen van de gemeente worden behartigd. Er was toch duidelijk sprake van onderlinge rivaliteit. De samenwer king met de provinciale Zeeuwse WW verliep ook wel eens stroef. Voorzitter Stevense was ondermeer van mening, dat de recreatieondernemers in Renesse 115

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 117