"niets merken van het bestaan van een VW-directeur voor de provincie Zeeland". Ook werden de activiteiten van de PPD zo nu en dan bekritiseerd. De planologische dienst zou in sommige gevallen achter de ontwikkelingen aanhob belen, mede doordat een uitbreidingsplan ontbrak. De recreatieve ontwikkeling kwam op haar weg tot dusverre geen obstakels tegen. Ook de kerken vormden geen tegenkracht. Het vakantiebezoek was voor de kerken min of meer een bekend verschijnsel geworden. Het aantal recreanten groeide geleidelijk en was daarom te overzien. Bovendien waren de kerken zich bewust van de economische belangen. De Gereformeerde Kerk in Haamstede gaf in 1952 volmondig toe, dat het toerisme geld in het laatje bracht. Niet in de minste plaats werd de collectezak door vakantiegangers gevuld. Dat was voor de eigen kerkleden wel eens reden de beurs in de tas te houden. Deze houding leidde in 1952 tot een vermaning van de kerkeraad. De Gereformeerde Ge meente van Haamstede zag het eveneens als een taak om deze bezoekers gedu rende de zomermaanden op te vangen. Volgens scriba J. van den Berge was het vreemdelingenbezoek reeds een belangrijke economische peiler van de Westhoek, waardoor de kerk zich in feite niet afzijdig kon houden. Daarnaast vulden de vakantiegangers in het vakantieseizoen de kerken. Het gemiddelde aantal bezoekers van de Christelijk Gereformeerde Kerk nam in de zomermaan den met ongeveer 40 geloofsgenoten toe. Hoewel men de zondagsdienst in ere wilde houden was deze reeds in 1950 op haar retour. De Hervormde Kerk heeft dat ook zelf in de hand gewerkt. Sinds 1949 werden er speciaal voor hen die vroeg naar het strand wilden gaan vroegdiensten ingesteld. Een jaar later kwa men ook de eigen middenstanders aan hun trekken. Want ook voor "dorpelingen die het in de zomer zelfs op zondag druk hebben voor hun gasten te zorgen" maakte de kerk van Renesse het niet al te ingewikkeld. Daarnaast werd nog een busdienst ingesteld, zodat geen enkele vakantieganger een dienst hoefde te missen. Ook door de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland, met als doelstelling het bevorderen en behoud van natuurlijke, historische en landschap pelijke waarden, werd de recreatie niet als een bedreiging ervaren. Wel bleef de vereniging in deze jaren alert. Indien het toerisme in cle ogen van de vereniging het stedelijk en natuurlijk schoon aantastte rees er verzet. Zo werd in 1948 stel ling genomen tegen plannen een vermaakscentrum in de duinen bij Haamstede te bouwen. Dit centrum kwam overigens niet van de grond. De relatie met de drie gemeenten en beide VW's was goed. Vanaf 1951 kon Stad en Lande reke nen op een jaarlijkse subsidie van de VW-Burgh-Haamstede. De Vogelwacht had directe belangen in de Schouwse duinstreek, een uitzonder lijk natuur- en vogelgebied. De Vogelwacht was dan wel waakzaam, het toerisme werd in beginsel positief benaderd. Reeds in 1951 werden er ten behoeve van vakantiegangers excursies georganiseerd. De Vogelwacht kon ook nog eens reke nen op een jaarlijkse subsidie van beide VW-vestigingen. Nieuwe perspectieven voor de Schouwse kust, 1953-1965 In de eeuwigdurende strijd tegen het water, bracht de zee in de nacht van 3'1 januari en 1 februari 1953 een zware slag toe. Schouwen-Duiveland werd voor meer dan 70 overspoeld met water. De Schouwse duinstreek werd dit leed grotendeels bespaard al werden ook hier vele cultuurgronden aangetast. Nadat 116

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 118