Camping Ginsterveld in Haamstede beschikte al rond 1960 overeen eenvoudig sportterrein. (Coll. Slreekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland. Zierikzee) sanitaire voorzieningen waren krakkemikkig. Op het terrein stond een water pomp, die werd aangedreven door een oorverdovende motor. Op de grond had den we een aantal teiltjes gezet, waarin gewassen kon worden. De twee toiletge bouwtjes bestonden uit rieten wanden zonder dak. Het afvoerwater liep via een eenvoudig buizenstelsel in een nabijgelegen sloot", aldus mevrouw Van dei- Graaf. Op camping de Duinhoeve te Haamstede waren de omstandigheden niet veel beter. In 1941 kocht J. Korteweg het toen nog agrarische bedrijf van een Haagse Kredietbank. In '1950 werd het een officieel terrein en kostte een standplaats twee kwartjes. De heer C. Venema kan zich het terrein nog goed herinneren. "Wij woonden indertijd in Rotterdam en verbleven regelmatig op de camping. Iiet was een groot bedrijf waar nog geboerd werd. Het ging er nog primitief aan toe. Bij aankomst verdween je kampeerkaart in een koektrommel en diende je je eigen WC te graven. Het terrein werd nauwelijks onderhouden. Je was genood zaakt zelf een heggeschaar mee te nemen om het gras en de bramestruiken weg te knippen". Naast Ginsterveld en de Duinhoeve kende men in Haamstede 't Torentje, Groenewoucl, en het terrein van C. Boot. In Burgh was J.C. Hanse actief. Rond 1959 verschaften elf ondernemers in Renesse kampeergelegenheid. Een van de grotere bedrijven was Bona Fide van de familie Beije. De kampeerschuur bood plaats aan wel 60-100 personen. In 1953 kochten de Rotterdammers H. Bode en A. Pronk de Wilhelminahoeve van Beije. Het bedrijf zou uitgroeien tot het op een na grootste kampeerbedrijf in de Westhoek. De verbeterde sanitaire voorzienin gen in de jaren '60 werden door de gemeentepolitiek, PPD en Nederlandse Kampeerraad zeer toegejuicht. Hierdoor moest een bedrijf als de Duinhoeve de 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 121