Boerhaave en 's Gravesande en zijn bevordering in 1731 tot "Doctor in de
geneeskunde" was dus geen toeval Daarna reisde hij naar Parijs en Londen, waar
hij zich verder bekwaamde in de wetenschap, maar najaar 1732 keerde hij terug
naar Nederland en vestigde zich als geneesheer in Zierikzee. Hij verwierf daar
grote faam en was lid van onder meer de Koninklijke Engelse Sociëteit in Londen
en het Zeeuws Genootschap der Wetenschappen.
In 1752 begon hij zijn meteorologische waarnemingen in Zierikzee, een reeks die
hij tot 1775 zou voortzetten. Zijn oorspronkelijke waarnemingsregisters zijn verlo
ren geraakt, maar wel zijn er uittreksels bewaard gebleven die van zijn tempe-
ratuurwaarnemingen gemaakt zijn door Jan Hendrik van Swinden (1746-1823).
De hoogleraar filosofie, logica en metafysica aan de hogeschool van Franeker,
had grote belangstelling voor de temperatuur en verzamelde naast zijn eigen
metingen ook meetgegevens van waarnemers uit andere delen van ons land en
het buitenland. Zijn handschriften-collectie "Meteorologie en Noorderlicht",
ondergebracht in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, bevat een schat aan
weergegevens, onder meer zijn uurlijkse temperatuuraflezingen in Franeker en
maandoverzichten van de waarnemingen van Baster in Zierikzee. Ook in de col
lectie handschriften van Petrus van Musschenbroek (1692-1761), hoogleraar wijs
begeerte en wiskunde in Utrecht en Leiden en grondlegger van het meteorolo
gisch waarnemingsnet in ons land, zijn de waarnemingen van Baster vermeld.
Uit een reconstructie van de meetreeks blijkt dat Job Baster zijn eerste waarne
mingen in Zierikzee optekende in zijn huis aan de Noordzijde van de Oude
Haven, nu Havenpark 35. Vanaf 1758 werden de observaties verricht in een
omvangrijke tuin behorend bij "het Zonnehof'; zijn eigendom. In de tuin deed hij
verschillende onderzoekjes: zo kweekte hij er uitheemse en zeldzame planten,
deed experimenten met planten voor geneeskrachtig gebruik en kweekte hij
Chinese goudvissen. Het weer was maar één aspect van zijn brede interesse,
maar desondanks besteedde hij veel zorg aan zijn waarnemingen, die drie maal
daags werden verricht. Hij noteerde gegevens van temperatuur, luchtdruk, wind
richting, neerslag en de weersgesteldheid, maar helaas is er weinig van bewaard
gebleven.
De temperatiiurmetingen van Job Baster
In de collectie "Meteorologie en Noorderlicht" van Van Swinden vonden wij
meermaaldaagse metingen van de temperatuur die Job Baster verrichtte over de
jaren 1752 tot en met 1775. Met behulp van gelijktijdige temperatiiurmetingen te
Vlissingen (Van Abraham Muller) en te Halfweg (van Christiaen Bmnings) waren
we in staat een reconstructie te maken van de dagelijkse temperaturen die Baster
optekende te Zierikzee gedurende de jaren 1770 tot en met 1773- Door de aldus
verkregen gegevens te vergelijken met recente klimaatgegevens voor De Bilt en
Zierikzee (1951-1990) konden we correcties aanbrengen voor systematische
fouten. De grafieken geven een behoorlijk nauwkeurige afspiegeling van het
temperatuurbeeld. Geschat wordt dat de "fout", dat wil zeggen de afwijking ten
opzichte van de werkelijk opgetreden temperatuur, voor de maandtemperaturen
(grafiek 1) in de orde van 0,5 tot 1,0 °C ligt en voor de etmaaltemperaturen
(grafiek 2) in de orde van maximaal 1,5 "C.
De "zeventiger jaren" van de 18e eeuw vormen een relatief iets warmer tijdvak in
de zogenoemde "Kleine Ijstijd", een tijdvak waarin de gemiddelde temperaturen
10