Adriaen Hoffer (of Adrianus Hofferus) bezocht waarschijnlijk als leerling de Latijnse school toen Telle daar doceerde. De vriendschap die tussen hen opbloei de bleek zo hecht, dat Telle's verdediging van het remonstrantisme en Hoffer's keus voor de contra-remonstrantse partij geen breuk veroorzaakte. Hoffer (1589-1644) heeft zijn leven lang gewoond en gewerkt in Zierikzee. Vrij recent is hij herdacht met een fraaie en informatieve bundel opstellen over zijn maatschappelijke carrière, zijn godsdienstige ligging en zijn literaire produktie.' In het opstel van cle neerlandicus professor L. Strengholt over Hoffer's dichter schap, komen diens seizoenverzen voor de Groote schrijf almanack evenwel niet voor. Meertens besteedt in zijn Letterkundig leven in Zeeland wel, zij het sum mier, aandacht aan deze verzen. Hij baseerde zich daarbij op het bovengenoem de artikel van Te Winkel waarin ook Hoffer's bijdrage aan de Groote schrijf alma nack voor 1622 en 1623 wordt beschreven.' In het nu volgende zal worden geprobeerd om de relatie tussen de twee Zierikzeese dichters en deze Amsterdamse schrijfalmanak nader uit te diepen. Daarbij ligt het accent op de aard van deze almanak en de functie die de verzen daarin vervulden. De Groote schrijf almanach De Amsterdamse uitgever Comelis Lodewijcksz van der Plasse (1585-1641) wordt wel getypeerd als een 'vooruitstrevend literair uitgever'. Zo bracht hij onder ande re werken uit van Karei van Mander, Samuel Coster en Gerbrand Adriaensz Bredero. Omdat hij het drukken uitbesteedde aan anderen, kon Van der Plasse zich veroorloven een redelijk eenvormig fonds uit te geven. Hij was immers niet gedwongen zijn persen draaiende te houden en drukopdrachten aan te nemen waar hij inhoudelijk niet achter stond. Dit betekent dat aan de samenstelling van zijn fonds niet uitsluitend commerciële motieven ten grondslag lagen; hij kon er ook zijn eigen ideeën over literatuur en geloof in kwijt." De Groote schrijf almanach verscheen bij Van cler Plasse vanaf 16'18 en na de dood van Comelis zette zijn weduwe de produktie nog tot 1653 voort. Deze almanak is één van de vele soorten almanakken die in de zeventiende-eeuwse Republiek jaarlijks verschenen. Het kenmerk van een schrijfalmanak was de lege ruimte clie in het kalendergedeelte was uitgespaard, bedoeld voor het maken van aantekeningen. Een voorloper van onze agenda met andere woorden. Uitzonderlijk voor deze schrijfalmanak is de uitgesproken calvinistische signatuur ervan. Het is dan ook waarschijnlijk geen toeval dat Van der Plasse met de Groote schrijf almanach op de markt kwam op het hoogtepunt van de religieuze bestandstwisten. De calvinistische signatuur van deze almanak blijkt niet alleen uit cle inhoud, maar ook uit de houtsneden en de achtergrond van de makers. Met de laatsten wil ik beginnen. De schrijfalmanakken voor de jaren 1618-1632 werden voor Van der Plasse gedrukt door Paulus Aertsz van Ravesteyn (ca. 1587-1655). Mogelijk drukte hij ze ook nog enige jaren daarna, maar gegevens daarover ontbreken. Van Ravesteyn, die onder andere bijbels en psalmboekjes drukte, is vooral bekend geworden als de drukker van de in '1637 verschenen Statenbijbel. Zijn fonds had dus een calvi nistisch karakter. De Groote Schrijf Almanach voor 1647 werd gedrukt door zijn zoon Nicolaes van Ravesteyn (ca. 1613-1678).5 De edities voor 1637 en 1638 kwa men uit de drukkerij van Joost Broersz, de zoon van de Amsterdamse stadsdruk ker Broer Jansz. Overigens werd de schrijfalmanak voor het jaar 1653 gedrukt 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 22