lj)ojcmaetibt. De kalendeiprent December uit cle Groote schrijf almanach voor 1621. Alias van Slolk, Rotterdam) Ook uit bepaalde onderdelen van de inhoud van de schrijfalmanak blijkt een principieel calvinistisch standpunt. De Groote schrijf almanach voor 1618 en die voor 162] openen met een voorwoord. Daarin licht Van der Plasse toe dat de heiligendagen in het kalendergedeelte van de almanak niet volgens 'paaps' gebruik in het rood gedrukt staan. In plaats daarvan staan ze in cursief. Omdat veel markten vernoemd zijn naar heiligen was het volgens de uitgever evenwel onmogelijk ze helemaal weg te laten. Ter vervanging van de weggelaten heiligen heeft hij 'vele gheschiedenissen elck op synen dach ghestelt, die uyt de Heylige Schrift ende andere gheloofweerdighe Schriventen ghenomen zyn, op dat wy door sodanighe ende andere loflijcke wercken Godts, die wy noch daghelijcks sien, syn onverdiende goedicheyt die hy neven zynen kinderen bewijst, leeren aenmercken'. Uitgebreide astrologische voorspellingen, een vast onderdeel in veel almanakken, ontbraken aanvankelijk geheel in de Groote schrijf almanach. Pas vanaf de editie van 1632 verschijnen voor het eerst weersvoorspellingen. Verderstrekkende prog- nosticaties, zoals over rampen, oorlogen of de lotgevallen van staatshoofden, blijven achterwege. Het beperkte geloof in de invloed van sterren dat hier uit spreekt, was in overeenstemming met het standpunt van veel calvinistische theo logen." Ter vervanging zijn onder het kopje 'Generale prognosticatie' enkele passages uit het Oude Testament aangehaald, met het volgende citaat als inleiding: 'En verschrickt u niet vande tekenen des Hemels, gelijck de Heydenen doen: Want der Heydenen Ghedacbten zijn ydel', (Jeremia, Boeken der profeten, hfst. 10. vs. 2.). Daarna volgen uitspraken over Gods beloning en straf wanneer de mens de goede of de verkeerde weg bewandelt. Het lot van de mens ligt in Zijn hand en wordt niet bepaald door de sterren. Onder 'Vrede ende Vruchten der Aerden' lezen we: 'Is 't dat ghy in mijn setringen wandelen suit, ende myne geboden houden ende doen: So wil ick u regen geven tot syner tijd, ende het 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 25