in een periode van zeer hoge vleesprijzen en uiterst gunstige afzetmogelijkheden
naar Engeland. Ook later - in de jaren '70 en '80 - ontwikkelen de vleesprijzen
zich vrij gunstig. Terwijl de meekrap- en graanprijzen in de periode na circa 1870
kelderden, bleven de vleesprijzen redelijk hoog (zie grafiek 6)." Boudewijn
Giljam lijkt dus rond I860 een zeer goede beslissing te hebben genomen. Twee
decennia later kon hij de gevolgen van de dalende akkerbouwprijzen enigszins
opvangen doordat hij intussen vee vetmestte. Hieronder zal nog worden onder
zocht welk effect deze heroriëntatie op de bedrijfsresultaten heeft gehad. Eerst
dient echter nader te worden ingegaan op de boekhouding van de Van der
Have's.
Beschrijving van de kasboeken
In totaal zijn er zeven kasboeken van Tusschenbeiden bewaard gebleven. Ze
beslaan de perioden 1 april 1848 tot en met 25 juni 1853, en 29 december 1855
tot en met 27 oktober 1888. Opmerkelijk is dat al deze boeken gedurende het
gehele tijdvak op een zeer consequente wijze zijn bijgehouden. Iedere week
werden op één blad de bedrijfsontvangsten en -uitgaven genoteerd, waarbij de
laatste rubriek werd onderverdeeld in uitgaven aan lonen in daggeld en 'verdere
uitgaven'. Op hetzelfde blad werd verder de som van zowel de ontvangsten als
de uitgaven berekend. Tenslotte werden iedere week 'bijzonderheden' vermeld.
In de kasboeken staan onder andere opmerkingen over de weersgesteldheid, de
fysieke opbrengst van de gewassen, het weiden van rundvee, het overlijden van
Boudewijn
Giljam
van der Have.
59