Arendploeg.
Noten
Dit artikel kwam tot stand in het leader van een door de Stichting Historisch Onderzoek Zeeland gefi
nancierd onderzoek naar de Zeeuwse landbouwgeschiedenis in de periode 1600-1910.
De heerJ.L.G. Scholtes assisteerde bij de vervaardiging van kaart 1.
1Uitkomsten van het onderzoek naar de toestand van den landbouw in Nederland. Derde deel,
's-Gravenhage 1890, p. LXVffi, 6; LXIX, 13; LXX, 14; LXXI, 8; LXXI, 10.
2. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland, archiefbewaarplaats Nieuwerkerk, archief boerderij
Tussehenbeiden te Ouwerkerk.
3. Kadastrale atlas van Zeeland 1832. Bruinisse, Nieuwerkerk, Oosterland en Ouwerkerk. Serie
Schouwen-Duiveland. Deel Middelburg 1994. p.22. Zie over de Van der Have's verder nog:
G. J. Lepoeter, '67 jaar burgemeesterschap van de familie Van der Have in Ouwerkerk en 99 jaar
in Oosterland en Sirjansland'. Kroniek van het land van de Zeemeermin (Schouwen-Duiveland),
4 (1979) 4-30.
4. Van alle Ouwerkerkse bedrijven waren er in 1.910 slechts 3 groter dan 50 hectare. In dat jaar
waren er in de gemeente 29 bedrijven met een oppervlakte van 5 hectare of meer.
Van alle Zeeuwse bedrijven van 5 hectare en meer was in 1910 slechts 13,9 groter dan
50 hectare. Uitkomsten der telling in zake bel grondgebruik en den veestapel, s-Gravenhage 1912.
5. Rijksarchief in Zeeland, Memories van successie, no, 715 (kantoor Zierikzee 1874-2/7047).
6. Een kastelein is een zetbaas, een bedrijfsleider aan wie het beheer van de boerderij is opgedra
gen.
7. Grootte der gronden tijdens de invoering van bet kadaster. 's-Gravenhage 1875.
Verslagen van de hoofdcommissie voor de herziening der belastbare opbrengst van de ongebouw
de eigendommen, 2 delen, 's-Gravenhage 1890.
8. Op het bedrijf werden ook mangel wortelen verbouwd. Dit knolgewas is in dit artikel in de cate
gorie voedergewassen ingedeeld.
9. Zie de literatuur genoemd in P.R. Priester, 'Tussen Noord en Zuid. Landbouw in een grensge
bied, 1794-1910' in: A.M.J. de Kraker, H. van Royen, M.E.E. De Smet (red), "Over clen Vier
Ambachten". 750jaar Keure, 500jaar Graaf Jansdijk, Kloosterzan.de, 1993. p. 287.
10. Onderzoek naar Zeeuwse burgemeesters 1850-1855 ("Job van der Have", door B. Blikman-
Ruiterkamp).
11. Grafiek 6 is gebaseerd op M. Knibbe, Agriculture in the Netherlands 1851-1950, Amsterdam
1993. p. 248-253.
12. Een barouchette is een luxe-rijtuig.
13. Genoemd bedrag is een schatting voor de periode 1871-1880 en is gebaseerd op een gemiddelde
jaarlijkse produktie van 2,500 liter melk of 83 kilo boter per koe. Verder is uitgegaan van een
gemiddelde boterprijs van 1,34 gulden per kilo. Tenslotte is verondersteld dat soms een koe vaal
(niet-melkgevend) bleef. Per hectare bedroegen de geschatte ontvangsten uit de verkoop van
zuivel 18 a 20 gulden. De overige, wêl door Boudewijn Giljam geboekte bedrijfsontvangsten
bedroegen in deze periode gemiddeld 191 gulden per hectare.
67