BOMMEN OP ZIERIKZEE IN 1917 door C. Postma* Inleiding In cle nacht van zondag 29 op maandag 30 april 1917 schrok een groot deel van de bevolking van Zierikzee omstreeks half drie (zomertijd) wakker door een aantal zware ontploffingen, die elkaar met korte tussenpozen opvolgden. Dra bleek, dat er zes bommen op de stad waren gevallen, waarvan vier in het zuid oostelijk deel, dat wordt begrensd door Oude en Nieuwe Haven, Molenstraat, Sint Domusstraat en Korte Groendal. De bewoners van het pand Sint Domus- straat 112 werden allen door één der bommen gedood. Een andere bom viel op een pakhuis in de Molenstraat, waarin brand ontstond, die echter spoedig door de brandweer kon worden geblust. Verder beschadigden bommen enige panden op de Oude Haven. Buiten de bebouwde kom kwamen bommen terecht bij de gasfabriek en op Malta. De laatste twee troffen geen doel en richtten slechts geringe schade aan. De Zierikzeesche Nieuwsbode gaf in zijn nummer van maandag 30 april onder het hoofd "Een verschrikkelijke bange nacht" het eerste verslag van het gebeuren en een overzicht van de schade. Omtrent de nationaliteit van het vliegtuig werd geen enkele veronderstelling gemaakt. De verslaggever was bij het horen van de explosies naar buiten gelopen. Hij noemde het bombardement" een laffe en snoode daad". Ook werd medegedeeld, dat de bomscherven waren verzameld. Het volgende nummer van de krant - van 2 mei - deelde onder meer mede, dat de schade op 100.000 gulden was geschat. Er waren circa 40 woningen zwaar beschadigd en circa 300 licht. Het aantal neergevallen bommen bedroeg zes. In de krant van 30 april was aanvankelijk medegedeeld, dat er vijf waren uitgewor pen. Als algemene opinie werd. intussen gegeven, dat de bommen door een Engelse vliegenier waren uitgegooid, die Zierikzee voor Zeebrugge had aan gezien. De bomscherven waren inmiddels naar Den Haag voor onderzoek gezon den. Bomb a rdement In de hiervoor genoemde nacht naderde tussen kwart over twee en half drie een vliegtuig uit zuidelijke richting Zierikzee Het was mooi en voor het jaargetijde zacht weer. De militaire wacht aan het Hoofd hoorde een vliegtuig en meldde dit per telefoon bij de commandant. Daarop werd geen order tot schieten gegeven. Even later vloog het vliegtuig boven de stad en liet zes bommen vallen. De bom men vielen achtereenvolgens op een pakhuis in de Molenstraat (oostzijde) in de slaapkamer van het huis Sint Domusstraat 112, bewoond door de familie Leydek- kers, in de tuin van Oude Haven 14, op Oude Haven 50, bij de gasfabriek (Grachtweg, hoek Scheepstimmerdijk) en bij de Israëlitische begraafplaats in Malta. Het is mogelijk dat de piloot, komende uit het zuiden, het Havenkanaal heeft gevolgd en aan het einde daarvan boven de bebouwing in oostelijke richting is gaan vliegen. De plaatsen waar de eerste vijf bommen zijn neergeko men liggen in één lijn. Waarschijnlijk heeft de vliegenier bij het uitgooien van de vijfde bom, ter hoogte van de gasfabriek, bemerkt dat hij niet meer boven de bebouwde kom vloog en 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 71