stoet rijdend over de Grachtweg te zien is, en dat ongetwijfeld aan de hand van de afbeelding op de redaktie in Amsterdam werd gemaakt, was nog toegevoegd: "Niemand maakte den gang naar het kerkhof mee" Eveneens bezochten de generaal C.J. Snijders met de commandant van Zeeland het rampgebied in de stad. Zij arriveerden op 5 niei met de Hr. Ms. "Voorwaarts" in de Nieuwe Haven, waar de commandant van Schouwen-Duiveland de militaire autoriteiten opwachtte en daarna rondleidde.Enige foto's van het bezoek geven de indruk, dat de generaal speciale aandacht schonk aan het huis van de familie Leydekkers, dal" een voltreffer had gekregen. Schade en schadevergoeding Zoals reeds is opgemerkt was de materiële schade zeer groot. Het huis van Leydekkers was een puinhoop en de aangrenzende panden waren zeer ernstig beschadigd. In de Molenstraat was het huisje, dat door de gezusters Douw werd bewoond, dermate vernield, dat het volgens het rapport van de Gezondheidscommissie van 30 mei 1917 moest worden gesloopt Als zwaar beschadigde panden werden in het rapport van deze commissie verder genoemd: Lange Groendal 17 en Molenstraat 7, 10, 12, 14 en ló. Ongetwijfeld was ook de inboedel van menig huis in de omgeving kapot. Er is overigens weinig van bekend. Wel vermeldde de krant van 4 mei, dat de scharenslijperskar van Lambertus Rommers was vernield en diens "piano-orgel" ernstig beschadigd. De schade aan huizen en inboedels op de Oude Haven zuidzijde en aan glas in de panden aan de overkant werd wellicht stilzwijgend voor rekening van de meer gegoede bewoners daarvan gelaten. Mr. Polvliets huis was het meest beschadigd. Hij was zelfs genoodzaakt zijn kantoor voor enige tijd in de grote voorkamer van het Kantongerecht aan het Havenpark onder te brengen. Het huis van notaris Biermasz, dat niet veel minder schade had opgelopen, was verzekerd. De notaris werd hierdoor de voorman van een reclamestunt. Hij, alsmede A.J. Ribbens, directeur van de firma Jongmans Zoon, en W.C. de Crane P.Pzn., directeur van de zoutziederij "De Leije Keet", maakten op verzoek van de Maatschappij tot verzekering van uitgesloten risico's te Zutphen, reeds op 2 mei per advertentie bekend, dat de vertegenwoordigers van de verzekerings maatschappij W. du Claux en Jac. Bournan, burgemeester van Nieuwerkerk, hun schade hadden vergoed. Andere assurantiebedrijven probeerden vervolgens door advertenties nieuwe klanten te winnen, terwijl de firma Lips te Dordrecht van de gelegenheid gebruik maakte brandkasten te annonceren. Vanzelfsprekend werd direct na de ramp de schadevergoeding ter sprake gebracht. Reeds in de openbare raadsvergadering van 2 mei had wethouder L. Koopman Czn. nadat de burgemeester officieel mededeling had gedaan van de ramp, gevraagd of de raad iets moest doen om het leed onder het getroffen deel van de burgerij te verzachten. De burgemeester had hierop geantwoord, dat de regering het op te geven schadebedrag bij "de regering der buitenlandsche mogendheid, waartoe de vlieger, die de bommen wierp, behoort" moest vorde ren. Zoals reeds medegedeeld had mr. Fokker al in de rampnacht aan de zwaarst gedupeerden briefjes gegeven, waarop zij direct het nodige hadden kunnen halen. Als volgende stap wilde de burgemeester een commissie in het leven roe pen om geld in te zamelen. Dit idee werd door hem in de hiervoor genoemde 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 76