Was het een verkenningsvlucht geweest? De nationaliteitstekens waren onherken baar. De nacht na het bombardement stonden de hier vertoevende Belgische vluchtelingen op de Nieuwe Haven gepakt en gezakt klaar om te vertrekken. Ook vele Zierikzeeënaars kwamen er kijken en luisteren naar het geschut aan het front dat in de verte hoorbaar was. De strijd was dichtbij en de Belgen konden ervan vertellen! De krant gaf in de loop van het jaar regelmatig berichten over schendingen van onze neutraliteit, in de nacht van 7 mei vloog even voor 12 uur een Zeppelin laag boven Deventer en omgeving. Er werd op geschoten. Door het harde geraas der motoren werd "het voeren van gesprekken bemoeilijkt". Dat was hinderlijk in Deventer. Merkwaardig is ook de mededeling, dat één der inzit tenden van de Zeppelin op een hoorn blies. Het luchtgevaar was toen nog een vreemd onderwerp om te beschrijven voor Nederlandse journalisten. Volgens de burgerij van Zierikzee kwam het gevaar altijd uit het zuiden. Toen op zondagmorgen 26 augustus 1917 tussen zes en half zeven vier explosies werden gehoord, ontstond er paniek in de stad en zag in korte tijd de Nieuwe Haven zwart van de mensen. Wellicht gingen zij tevens naar deze kade om bij dreigend gevaar van daar per boot te vluchten. In het beeld van de tijcl is dit te verklaren. Ruim een week voor het laatste incident waren in de morgenuren plotseling 14 vliegtuigen boven Schouwen verschenen en hadden drie bommen uitgeworpen. Gelukkig was er slechts materiële schade. Eén der bommen kwam dichtbij Moermond terecht. Kort voor Kerstmis 1917 vielen er zes bommen op Goes. Er kwam hierdoor één burger om het leven. Men wilde wel maatregelen nemen tegen de neutraliteitsschendingen, doch wist bij gebrek aan kennis van zaken niet precies welke. Jhr. De Muralt vroeg in november de regering op de grens tussen Zeeland en België kentekens voor de vliegtuigen te plaatsen. Het was een overbodige vraag. Reeds woeien vlaggen op de kerktorens van alle grensgemeenten in ons land. Uiteraard had dit alleen over dag effect! Een schrijver van een ingezonden stuk stelde voor in de Zeeuwse wateren oorlogsschepen te stationeren, die bij het horen van vliegtuigen met lichtbundels - rood, wit en blauw - moesten seinen. Een ander wilde raketten in nationale kleuren laten afschieten.... Te Zierikzee werd een deel der gaslantarens, die langs de weg stonden, niet aangestoken. Dit geschiedde "uit voorzorg voor eventuele vliegeraanvallen" én om te bezuinigen! Conclusie We kunnen niet nalaten zowel de omvang van het bombardement in april 1917 als de daarna verleende hulp te vergelijken met de ramp van februari 1953. Het gebeuren van 1917 heeft niet minder indruk op de bevolking gemaakt dan de watersnood van 1953. De hulp, die door de overheid direct na het vallen van de bommen werd gebo den, zal vooral door sommigen van geen betekenis worden geacht. We kunnen en mogen hier geen kritiek daarop geven. De plaatselijke brandweer, was immers het enige apparaat, dat direct hulp kon bieden! Zonder verwijt aan de mannen van toen herinnert hun houding ten opzichte van de getroffen mede mens aan die van een dame in Tolstoj's Oorlog en Vrede, die met een snelle blik naar een troep gewonde soldaten zegt, dat daarvoor de regering maar moet zor gen. Tenslotte was het de minister van buitenlandse zaken, die de Engelse rege ring aan haar plichten herinnerde. 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 82