evacuatie weer behoorlijk toenam. Hoewel het secretaris-géneraal Frederiks nog heel wat overredingskracht had gekost om voor 461 inwoners toestemming te krijgen te blijven, telde het stadje op '1 juni toch al weer 827 zielen. Er bleken meer mensen dan aanvankelijk was voorzien nodig te zijn voor het onderhoud van de stad. Er waren bovendien nog politieagenten, brandweerlieden en onderwijskrachten, en voorts onder anderen een dokter, een kruidenier, een smid, een kapper en een electricien te vinden, ja zelfs een bierbottelaar. Omdat meer land was drooggebleven dan men had verwacht, zowel binnen de veste als in hoger gelegen polders, waren er meer melkboeren en groentekwekers achter gebleven. Bovendien mochten mannen hun gezinnen bij zich houden, waardoor de lagere school nog 98 leerlingen telde. Er werden in genoemde periode zelfs zeven kinderen geboren. Ruim 10% van de huizen van de stad was begin juni bewoond. De Bniyne meldt voorts dat de voedselvoorziening geen enkel pro bleem opleverde; de boter en melkvoorziening noemde hij zelfs "gunstiger dan elders". Er zijn verscheidene berichten die er op wijzen dat de Duitsers meenden dat er nog te veel mensen op het eiland verbleven. Zo klaagde de militair ver tegenwoordiger op Schouwen medio mei tegenover Münzer dat te veel burgers vergunningen bezaten om over het eiland te reizen en er in te veel gebieden land werd bebouwd en vee werd geweid. Het was blijkbaar noodzakelijk zwart op wit te zetten dat "das Betreten des Ueberflutungsgebietes grundsatzlich ver boten" was. Tien dagen na de invasie in Normandië werd De Bruyne door waterschapsin genieur Ilcken gebeld met de mededeling dat van Duitse zijde besloten was het bevolkingsaantal met een vijfde terug te brengen.' Nog een maand later liet de zogeheten Eilandcommandant weten dat de bevolking van het stadje weer naar het niveau van maart moest worden teruggebracht. Ook voor Brouwershaven, Burgh, Haamstede en Renesse werden plannen gemaakt om een verdere eva cuatie uit te voeren. In totaal moesten zo'n 1300 personen alsnog weg. Er is een fraai rapport van de Dienst Centrale Afvoer Burgerbevolking en het Bevrachtingscommissariaat Terneuzen van 7 augustus, waarin uitvoerig uit cle doeken wordt gedaan wat er voor het vervoer van deze 1300 mensen alle maal nodig zou zijn:'' 20 schepen van elk 100 ton, 1 veeschip, 1 of 2 passa giersschepen, zo!n 5.000 liter gasolie, smeerolie, ongeveer 1.000 liter benzine en ook nog brandstof voor generatorwagens, voorts 6 vrachtwagens voor bagage. 4 autobussen, 6 auto's voor zittende en 7 ambulances voor liggende zieken. Maar schepen noch brandstof waren, zo stelde men, beschikbaar. Geen wonder dat "onze conclusie derhalve [is] clat de voorgestelde evacuatie onder de huidige omstandigheden niet kan worden uitgevoerd". Toch werd aan het eind van die maand uit Zierikzee, Brouwershaven, Haamstede en Renesse een aantal personen gedwongen vertrekken. Maar men was nog nauwelijks met de uitvoering van deze hernieuwde evacuatie begonnen, of de toestand in cle nabije omgeving veranderde zodanig dat een en ander al weer wordt stopgezet. Van het front Nadat op 6 juni 1944 de invasie ver van Zeeland, in Normandië, had plaatsgevon den, waren de geallieerden, eerst langzaam maar allengs sneller, verder opge trokken en hadden zij grote delen van Frankrijk weten te bevrijden. Vooral in de 91

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1994 | | pagina 93