gebouwd, verre van rooskleurig. Laag-Schouwen stond gedurende de winter maanden bijna geheel onder water en vele boeren waren dan gedwongen klei- dammen op het erf te leggen om tenminste hun huis droog te houden. In het gebied dat aan de westkant ongeveer wordt begrensd door een lijn die van de punt van Heertjesinlaag noordwaarts loopt tot onder Brijdorpe en Duivendijke om vervolgens aan de oostkant via Kerkwerve en zuidwaarts weer de inlagen bij Rengerskerke bereikt, werden in de jaren 1813-1819 5.3 stolpen geteld. Dat bestand is in de loop van de vorige eeuw alleen maar uitgedund en zoals reeds vermeld is er na de overstroming van 1 februari '1953 er geen enkele meer overgebleven. De Stolp waarvan de kern werd gevormd door het hooivak tussen twee gebinten (met dubbele korbeels, waarvan de opgelegde balken aan de zijde van de koe stal een meter overstaken. Hierop lagen twee platen, die met genoemde balken 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 109