Afb. 1: Topografische kaart van Schouwen-Duiveland met daarop aangegeven de plaatsen waar
archeologische vondsten zijn gedaan (ROB-ARCI-JIS 1995).
Het is een misverstand dat archeologen gevonden voorwerpen afpikken van de
vinder. In cle wet is opgenomen dat de vinder van een toevalsvondst voor de
helft eigenaar is. De andere helft is van de eigenaar van de grond waarin het
voorwerp gevonden is. Omdat een gezamenlijk eigendom van een voorwerp wat
lastig is, wordt in de regel cle vinder als eigenaar beschouwd. Als een vondst echt
veel waard is, krijgt de eigenaar van de grond de helft van de waarde. Is een
vondst van grote wetenschappelijke of museale waarde dan kan de provinciaal
archeoloog bemiddelen bij schenking of verkoop aan een museum. Het. zou jam
mer zijn als dit soort belangrijke vondsten Nederland verlieten, omdat ze horen
bij de geschiedenis van ons land.
Overigens zit er een beperking aan het eigendomsrecht. De vondst moet name
lijk maximaal zes maanden beschikbaar blijven voor wetenschappelijk onder
zoek. Hoewel de meeste vondsten in geld uitgedrukt niets waard zijn, is er wel
een wetenschappelijke waarde voor de archeologie. Daarom moeten ze soms na
melding tijdelijk worden uitgeleend, zodat de archeoloog ze kan beschrijven en
laten tekenen en fotograferen.
Een ander misverstand is dat als er in een bouwput iets gevonden wordt de
monumentenwet door archeologen wordt gebruikt om het 'werk' stil te leggen.
Slechts in een heel incidenteel geval is dat wel eens gebeurd, maar het is eerder
uitzondering clan regel. Het is ook niet de bedoeling werkzaamheden op te hou
den. Als er op tijd wordt gemeld dat er werkzaamheden plaats zullen gaan vin
den op een archeologisch interessant terrein, worden daar vooraf goede afspra
ken over gemaakt. Er wordt gekeken wat de mogelijkheden zijn om het terrein of
een gedeelte ervan voor de toekomst te behouden en indien er een opgraving
verricht moet worden, gaat dat in samenspraak met alle betrokkenen.
8