een ringgording vormden, waarop de sporenkap rustte, die weer door haanhou ten was versterkt. Scb on ivse stolpboerderij. De omtrek van het vierkant bedroeg bij de kleinste stolp ca. 5.80 x 6,20 m. en bij de grootste 7,30 x 7.60 m. en de hoogte was resp. 5,90 m. en ca. 7,00 m. Het merendeel van de stolpen had eenzelfde hoofdindeling rondom de centrale as. Daarbij werden de vier buitenruimten kloksgewijs benut voor: woning met karn- huis; melk- en jongveestal; dorsvloer met paarden- en kalverstallen en berging. Bij de omschakeling van weide- op gemend bedrijf in het laatste kwart van de vorige eeuw is een enkele stolp verbouwd. De oorspronkelijke hoeve bestond weer uit een centraal gelegen hooivak met aan de voorkant: het karnhok, de bakkeet, cle opkamer en cle woonkeuken; aan de ene zijde; de zitkamer, aan de andere zijde: de kalver- en koestal en aan de achterkant de doorgaande heel. Bij de verbouwing werd het bedrijfsgedeelte nu verlengd met een tasvak voor koren en in de buitenstijlruimten enerzijds en jongvee- en een paardestal, ander zijds een ruimte voor de dorsmachine en langs de nieuwe achtergevel een ber ging voor wagens en landbouwgerief. Door deze verdubbeling ontstond een bedrijfsgedeelte met in beginsel eenzelfde opzet als bij de dwarsdeelschuur van de 'normale' Zeeuwse boerderij. Boerderijen heden In de loop van de 20e eeuw zijn er ook in Zeeland vele boerderijen veranderd. Verschillende boeren woningen zijn afgebroken en werden vervangen door villa achtige woningen die eigenlijk niet in de omgeving passen. Ook de schuren on dergingen een verandering. De vele houten gevels werden vervangen door stenen gevels. Nieuwe schuren werden gebouw, waarbij ook de gebintconstructie werd veranderd, volgens model zoals deze zijn gebouwd in de droog gelegde Zuiderzee-polders. 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 110