A/Ij. 3 Opgraving in Nieuwerkerke. 1951. (coll. Slreekarcbivariaat Schouwen-Duivelancl) goed zichtbaar vanaf de weg." Ooit was deze berg veel hoger. Motte-kastelen hebben namelijk een oorspronkelijke hoogte van ongeveer 5 tot 12 meter. De berg deed dienst als ondergrond voor een houten woontoren. De toren was in de 11de en 12de eeuw eigendom van lieden van lokale of regionale adel en werd gebruikt als uitkijkpost en verdedigingswerk. Om de berg lag een brede, ondiepe gracht. Naast de berg, buiten de gracht, lagen boerderijen. De mensen die daar woonden, op de zogenaamde voorburcht, zorgden voor de voedsel voorziening. Meestal waren ook deze erven omgracht. De woontorens op bergen werden rond 1200 vervangen door stenen kastelen. Dat niet iedere heer even machtig en rijk was om een dergelijk kasteel te laten bouwen spreekt voor zich." Een voorbeeld van een kerkterp is te vinden in Brijdorpe. In deze plaats, dat tegenwoordig nauwelijks meer dan een gehucht is, liggen de resten van een verdwenen dorp. compleet met kerk en begraafplaats. Het moet vroeger een belangrijke plaats geweest zijn en het was tevens de hoofdplaats van een zesde deel van Schouwen. De plaats wordt als parochie genoemd in 1232. In 1297 wordt het kasteel van Bridorpe genoemd.8 De beschrijving wijst er echter op dat we waarschijnlijk met twee Bridorpen te maken hebben. Het oudste dorp is waarschijnlijk verdronken, want in 1422 spreekt men al van Oude Bridorp. De resten van de kerk en het omringende kerkhof liggen als een heuvel in een bosje. Dit zijn vermoedelijk de resten van het Nieuwe Bridorp. Restanten van het omringende dorp zijn mogelijk buiten de heuvel nog aanwezig. Dit zichtbare monument is, net als de voorgaande voorbeelden, beschermd door de Monumentenwet. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 13