ervan was twee eeuwen later al niet meer bekend, waardoor de oorspronkelijke naam verdween en door wateroverlast de naam vliedberg opkwam. De heuvel zelf werd steeds verder afgegraven. Uiteindelijk is bovengronds van deze heuvel is niets overgebleven, maar mogelijk zijn onder de grond nog sporen aanwezig van de aanleg en van de omgrachting. Het perceel heette tot voor kort nog het 'bergweitje'. Tot slot een voorbeeld van wat we zouden kunnen noemen, de gecontroleerde vernietiging: de archeologische opgraving. De kerkterp van Klaaskinderkerke werd door een ruilverkaveling in 1959 ernstig bedreigd. De toenmalige provinci aal archeoloog Trimpe Burger had geen andere keus dan de plek op te graven.12 Het onderzoek leverde van alles op. Zo bleek onder andere dat men aJ in de '12de eeuw op deze plaats was gaan wonen. Ook werd er meer kennis vergaard over de kerk van de nederzetting, die al in bronnen in de 13de eeuw genoemd wordt. Zo werden de fundamenten teruggevonden van een 21 bij 8,5 meter groot gebouw en ook delen, van de begraafplaats die er omheen lag. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 15