Wat is bekend over de bouw van de toren De graveur A. van der Willighe vermeldde in 1619 op zijn gravure van de toren: "den tboren vande voorn monster kercke, gelyck dienocb stoet geboudt In den Jaere 1454, wciervan een Iiooch duytscber genaempt Keldermans Fabrijckmeester is geweest''Dit vereist enige toelichting. De toren behoorde bij een aan Sint Lieven gewijde kerk. die gesticht zou zijn om streeks 1000 en waaraan in 1378 een kapittel van kanunniken werd verbonden'. Een dergelijke kapittelkerk werd ook wel een munsterkerk genoemd, hier verbas terd tot monsterkerk. De organisatie, die verantwoordelijk was voor het tot stand brengen van een kerkgebouw (en de daarbij behorende toren) werd de kerkfa briek genoemd, en de bouwmeester die de leiding had bij het tot stand komen van een dergelijk gebouw droeg de naam "meester van den wercke" of zoals hier "fabriekmeester". Tot de belangrijke bouwmeesters uit het zuiden van de Nederlanden behoorden in de 15de en de eerste helft van de 16de eeuw verte genwoordigers van het uit Mechelen afkomstige geslacht Keldermans. Hoewel Van der Willighe niet de voornaam van de bouwmeester vermeldde, kan worden aangenomen worden dat het ontwerp voor de toren door Andries Keldermans gemaakt is. Zijn het geboortejaar is niet bekend, maar wel weten wij dat hij in 1439 onder zijn vader Jan (n) aan het stadhuis van Leuven werkte, in 1443 vensterharnassen leverde voor de Sint Gommaruskerk te Lier en in 1450 weer terug was in Leuven, waar hij toen als beeldhouwer aan het stadhuis werkte. In '1454 zou hij dan in Zierikzee de leiding hebben gehad bij het leggen van de funderingen voor de toren. Diep in de bodem, een aantal meters voor de bestaan de kerk, werd het hechte fundament gelegd voor de meest prestigieuze bouwon derneming die ooit in Zeeland werd aangevat. De stad werd in 1466 getroffen door een brand waarbij de kerk verwoest of ten minste ernstig beschadigd werd. Onder zulke omstandigheden zal men eerst met- tamelijk geringe middelen de kerk weer bruikbaar hebben gemaakt, zoals dat ook in Brielle het geval was na de brand van 1456 L Daarna is men aan een vergroting van de kerk begonnen en zal ook de bouw van de toren krachtdadig ter hand zijn genomen. Welke mogelijkheden staan ons ten dienste om, gebruikmakend van de gegevens die uit de bouwmaterialen af te lezen zijn, de voortgang van de torenbouw en de vermoedelijke bouwdata nader te preciseren. De bouwhistoricus kan zich onder meer baseren op de gebruikte natuursteensoorten en de merken die de steen houwers op hun werkstukken hebben aangebracht. Die scheppen een beeld dat bij gebrek aan schriftelijke bronnen toch bij benadering de jaartallen van de voort gang van de bouw kan opleveren. Constructie van de toren Voor de aanleg van de toren werd de grond een aantal meters diep uitgegraven, wellicht wel acht meter. Omdat een dergelijke bouwput zo min mogelijk schade moest veroorzaken aan de bestaande kerk werd een nieuwe toren nooit direct aan de kerk vastgebouwd. Dat is onder meer nog waar te nemen bij de toren te Kloetinge en ook te Beverwijk en Monnickendam in Noord-Holland. Tussen kerk en toren werd hier in Zierikzee een afstand van ongeveer 8 meter bewaard, die nooit volledig bebouwd werd. Wel is aan de oostzijde van de toren te zien, dat met een verbinding tussen de toren en de bestaande kerk rekening is gehouden (afb. 2). De fundering van de toren zal tot dicht onder het maaiveld in baksteen 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 30