In 1494 zonden de kerkmeesters van de Sint Laurenskerk in Alkmaar Pieter
Crabbe naar Mechelen om met Mattheus Keldermans contact op te nemen over de
te leveren vier roeden roetsteerf. Het betrof blokken Brabantse arduin die per
vierkante roede (ca. 14 m2) werden geleverd. Hieruit blijkt dat de Keldermansen
ook als steenleveranciers fungeerden. Wij weten echter dat Rombout 00, die ook
verantwoordelijk zou zijn voor het ontwerp van de niet uitgevoerde bekroning
van de Sint Lievensmonstertoren, uitsluitend het vak van bouwmeester uitoefende
en geen ruwe natuursteen of klaargemaakt werk leverde.
Blauwe hardsteen werd sedert het einde van de 15de eeuw vrijwel steeds bij De
Prince in Ecaussinnes gemaakt. Wie de leverancier van de Bentheimer zandsteen
voor de werken van Keldermans geweest is, weten wij niet. Wel is opvallend dat
zij sedert het einde van de '15de eeuw heel vaak deze steen toepasten in plaats
van de uit hun streek afkomstige Ledesteen.
Steenmerken
Op natuursteen zijn door de steenhouwers vaak tekens van enkele .centimeters
grootte aangebracht, doorgaans bestaande uit rechte lijnen. Meestal zijn ze in de
steen gehakt maar een enkele keer worden ook merken aangetroffen die met een
kleurstof zijn aangebracht. Die tekens zijn heel vaak tijdens transport of verblijf in
cle open lucht door regen vervaagd of afgespoeld. In de Sint Lievensmonstertoren
is een merk in rood krijt aangetroffen. Ook zijn er blokken steen, waarop in
hetzelfde materiaal een aantekening is geschreven. Men kan een aantal soorten
merken onderscheiden. Ten eerste is er het persoonlijk merk, dat het handmerks
van een steenhouwer vertegenwoordigt. Als tweede kan het groevemerk of han-
delaarsmerk worden genoemd, dat aangeeft in welke groeve of werkplaats het
werkstuk tot stand kwam. Het geeft het handmerk van de groevebaas weer.
Tenslotte zijn er verschillende soorten plaatsingsmerken, die aangeven hoe of op
welke plaats het desbetreffende stuk steen in het werk geplaatst moet worden.
Steenhouwersmerken
In Nederland zijn vele honderden tekens gevonden, die het persoonlijke merk zijn
van de steenhouwer, die het blok steen bewerkte. Die merken zijn geen middel
om per werkstuk te belonen maar moeten wrorden gezien als controlemiddel. In
de bouwloods van cle Dom in Utrecht werkten soms enkele tientallen steen
houwers, die per dag betaald werden. Op ieder werkstuk dat zij afleverden, moes
ten zij hun persoonlijke merk aanbrengen, zodat bij klachten de maker achter
haald kon worden. Veel van die steenhouwers trokken van plaats naar plaats om
hun diensten aan te bieden of werkten in een werkplaats waar onderdelen voor
meer bouwwerken klaar werden gemaakt. Er moest worden voorkomen dat op
een plaats meer steenhouwers met eenzelfde merk werkten. Er kan worden aan
genomen clat in dezelfde periode in een uitgestrekt gebied - om de gedachten te
bepalen de Nederlanden en het Rijnland - geen twee steenhouwers voorkwamen,
die hetzelfde merk voerden. Vergelijking van vondsten in verschillende bouwwer
ken laat zien dat een steenhouwer soms in zijn werkzame leven betrokken was bij
de bouw van wel vijf of meer bouwwerken.
Buiten de bouwloodsen van de grote kerkgebouwen te Utrecht, 's-Hertogenbosch,
Deventer, Kampen, Dordrecht en andere plaatsen, komen steenhouwersmerken
voor het merendeel voor op Bentheimer zandsteen. Op Ledesteen is zelden een
dergelijk merk aangetroffen. Wel komen daarop regelmatig plaatsingsmerken voor.
35