Steenhoiiwersmerken in de toren
In de beide traptorens zijn langs de lichtopeningen en de deuren en aan onderde
len, die van buiten af door het metselwerk heen steken, vele stukken Bentheimer
zandsteen verwerkt. Daarop zijn twaalf verschillende steenhoiiwersmerken aan
getroffen die wij voorzien hebben van de aanduiding zrzlm 6 t/m 17 (afb. 10).
Eén ervan is met rood krijt aangebracht, de andere zijn met een beitel in de steen
gehakt.
Vergelijking met de vele honderden merken, die ons bekend zijn. leverde slechts
twee merken op, die ook elders werden aangetroffen, zrzlm 8 staat een aantal
keren in het midden van het tweede lid van de toren en komt ook voor in de Sint
Bavokerk in Haarlem op werk uit omstreeks 1460. Het in rood krijt geschreven
merk 15 (afb. 11) is in de periode van ca. 1455 tot 1500 aangetroffen in de
Domkerken van Utrecht, Xanten en Keulen en in de Lebuïnuskerk in Deventer.
De andere merken wijken af van de elders gebruikte. Daarbij valt het op dat er
vier stuks bestaan uit twee afzonderlijke tekens. Dat verschijnsel is hoogst
zeldzaam en komt merkwaardigerwijs ook voor op 15de-eeuws werk aan het
Tempelierenhuis in Zierikzee. Er moet bij de bewerking van de Bentheimer steen
voor de Zierikzeese toren een groep steenhouwers betrokken zijn geweest, die
voor zover bekend niet bij enig ander bouwwerk in Nederland werkzaam was.
De oorspronkelijkheid van het merk nr. 17 zou men, gezien de grootte, de wijze
van inhakken en het voorkomen van initialen in twijfel kunnen trekken.
Groevemerken
Het was in de Henegouwse hardsteengroeven de gewoonte, dat een steenhouwer
niet zijn persoonlijke merk op een gereedgemaakt stuk steen aanbracht maar dat
van zijn patroon, de groevebaas en steenhandelaar, tamelijk groot en op een in
het oog lopende plaats. Vaak werd door opvolgende generaties uit dezelfde fami
lie hetzelfde merk gehanteerd. Zo kan het voorkomen, dat het merk op verschil
lende gebouwen en in uiteenlopende perioden nogal in maat en vorm verschilt
en soms in spiegelbeeld voorkomt. Er is een groot aantal van deze merken
bekend sedert het einde van de 15de eeuw en vele ervan werden op naam ge
bracht, omdat zij in de "handelsregisters" van hun gemeenten werden opgete
kend*. In de 17de en 18de eeuw bleven deze merken in gebruik en kregen vaak
de vorm van initialen of monogrammen.
Vorm en afmetingen van een merk kunnen sterk verschillen en zijn afhankelijk
van de wijze waarop de afzonderlijke steenhouwers het merk van hun baas weer
gaven.
Op de treden van de wenteltrap in de zuidelijke toren van de Onze Lieve
Vrouwekathedraal te Antwerpen komen groevemerken voor. De eerste zestig tre
den dragen geen merk. De volgende 215 treden zijn te onderscheiden in vijf groe
pen, die ieder door een andere groevebaas geleverd werden. De merken zijn op
de voorzijde en op de gewelfde achterzijde aangebracht, niet op de spil. Op de
spil van de stenen wenteltrap in de zuidelijke traptoren van de tussen 1165 en
1533 gebouwde Sint Romboutstoren te Mechelen, die 513 treden telt, kan men
tenminste 10 groevemerken onderscheiden.
Het merk van De Prince is een aantal malen aangetroffen op de poort van de
Vleeshal van het stadhuis van Middelburg, die in 1513 of 1514 gemaakt moet zijn.
Het komt ook voor op verschillende andere gebouwen te Mechelen, die met de
naam Kelclermans verbonden zijn, zoals het Hof van Margaretha van Oostenrijk,