Aangenomen mag worden dat het begrip cultuur-historische waarde in die tijd nauwelijks van enige invloed zal zijn geweest, waardoor de monumentale objecten als zodanig geen enkele bescherming genoten. Het is. hoe wrang dit ook mag klinken, aan de heersende armoede in de vorige eeuw te danken, dat een groot aantal monumenten ontkomen zijn aan de slopershamer. Immers slo pen en opruimen van de in vele gevallen zwaar gefundeerde objecten en even tuele vervanging door nieuwbouw kostte ook in dié tijd handenvol geld en dat ontbrak doodeenvoudig. Hoewel vrijwel alle ommuringen zijn verdwenen mag het bezit van drie, van de oorspronkelijke zes stadspoorten, als zeer bijzonder worden gezien. Een dergelijk rijk cultuurbezit kan heden ten dage in weinig oude steden nog worden bewon derd. Meestal zijn de poorten volledig verdwenen, in het gunstigste geval worden nog restanten daarvan in ere gehouden. Bovendien is het verloop van het grachtenstelsel in Zierikzee vrijwel ongewijzigd gebleven, zodat met enige fan tasie een idee kan worden gevormd hoe het aanzicht van de vestingwerken er in vroeger tijd moet hebben uitgezien. Het bezit van cultureel erfgoed brengt echter verplichtingen met zich mee voor de eigenaar. De zorg om de instandhouding en het plegen van_regelmatig_onder houd betekenen ieder jaar een aanslag op de begroting. Uit de talrijke sporen van herstellingen aan het poortgebouw kan worden afgeleid, dat in de loop der eeuwen regelmatig onderhoudswerkzaamheden moesten worden uitgevoerd. In veel gevallen werd dan echter volstaan met het opheffen van de meest ernstige gebreken, waardoor verval steeds meer ging doorzetten. Na het gereedkomen van de restauraties aan de Noord- en Zu id ha venpport in de jaren '50jvan de 20ste eeuw, was men het er over eens, gezien de bouwkundige staat van de Nobelpoort, dat een algehele restauratie van deze poort op korte ter mijn noodzakelijk was. Het heeft echter tot het begin van 1973 geduurd, alvorens opdracht werd verleend tot de uitvoering daarvan. Na een onderbreking van ongeveer twee jaar, wegens het ontbreken van de nodige geldmiddelen, konden de totale werkzaamheden medio 1979 worden af gerond. Deze restauratie werd afgesloten met de officiële opening op 29 novem ber 1979-door de toenmalige burgemeester van Zierikzee, Th.H. de Mééster. Bouwkundig onderzoek tijdens de restauratieperiode Het poortgebouw bestaat uit een hoofdgebouw met poortonderdoorgang en worclt aan de landzijde geflankeerd door twee ronde torenlichamen waarvan de noord-westelijke toren is^oorziêiicvan een zestien-zijdigejspits en de noord-oos telijke toren met een ^htzijdige spitst Hoéwei in het verleclêfT omvangrijke herstellingen zijn uitgevoerd, is de oor spronkelijke vorm voor het grootste deel behouden. De enige veranderingen, die het aanzicht in de loop der tijden enigszins hebben gewijzigd, betreffen de raam openingen in de gevel aan de stadzijde en de sluitmuuf tussen de beide torenli chamen aan de landzijde. Tevens zijn de aansluitende weermuren verdwenen en is de oorspronkelijke ophaalbrug vervangen door een stenen toegangsdam. Ook de vroegere privaten in de hoeken van het hoofdgebouw met de torens zijn weg gebroken en alleen sporen in het metselwerk wijzen op een vroegere situatie. Aan de hand van uit het onderzoek verkregen gegevens is komen vast te staan, dat waarschijnlijk in het eerste kwart van de 17de eeuw een aanzienlijke zetting heeft plaats gevonden van de noord-westelijke toren. Deze zetting is gebeurd in 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 44