De fundaties waren samengesteld uit ieder 12 palen, met een diameter van 10 tot 12 cm. Op de paalkoppen was een vloer aangebracht van dikke eiken delen, waarop met het opmetselen was begonnen. De aansluiting van de muren met het poortgebouw is in de gevels zichtbaar gemaakt. Een ander onderzoek heeft betrekking gehad op de vroegere draaiconstmctie van de poortdeuren. Hierbij is aan het licht gekomen dat onder de deuren een houten drempel moet hebben gelegen, waarvan de bovenkant gelijk lag met het straat niveau. De drempelbalk rustte over de volle breedte van de poortdoorgang op een gemetselde fundering en was aan beide zijden in de muren opgelegd. Als bij zonderheid kan worden vermeld, dat onder het wegdek ter plaatse van de deuren een vroegere draaiconstmctie van ijzer is gevonden. Het betreft een zogenaamde taatsconstructie, bestaande uit een taats, die aan de deurstijl was bevestigd, welke draaide in een taal,spot, die in de houten drempelbalk was ingelaten. Een dergelij ke draaiconstmctie werd ook veelvuldig toegepast bij sluisdeuren. Tijdens de vervanging van de oostelijk gelegen keermuur van de toegangsdam is gezocht naar sporen van de vroegere ophaalbrug. Hierbij zijn onder meer de aanzetten gevonden van de oude landhoofclen en fragmenten van een boog uit latere tijd. Deze boog vormde een overwelving van een verbinding tussen beide grachtdelen. Aan de hand van de gevonden gegevens kon worden vastgesteld, dat tussen het verdwijnen van de houten ophaalbrug en de huidige situatie met de beide keermuren, nog een tussenfase moet zijn geweest, waarbij de grachtde len met elkaar waren verbonden. Alle uit het onderzoek voortgekomen gegevens zijn uitvoerig gedocumenteerd. Deze gegevens zullen ongetwijfeld van nut kunnen zijn bij een eventueel later in te stellen bouw-historisch onderzoek naar het poortgebouw. Nobelpoorl met Korte Nobelstraeit in 1950. Foto: Jospe. (Coll. Streekarcfoimriaat Schou wei t-Du iveland) 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 46