j gggiazuarge s-e»r->op3an Sierwerk van geglazuurde koppen in gevelsladzijde. openingen duidt erop. dat zij in een latere tijd dan de bouwtijd zijn aangebracht. Merkwaardig zijn de thans weer gereconstrueerde openingen in beide torens ter hoogte van de eerste verdiepingvloer. Het betreft vier openingen van circa 15x40 cm. die behoren bij een kokervormige opening in de muur, die onder een hoek van 45 graden naar beneden loopt en uitkomt tussen het koepelgewelf van de begane grond-ruimte en de daarboven gelegen eerste verdiepingvloer. De functie van deze openingen is ondanks nader onderzoek niet duidelijk geworden. De openingen direct onder de dakvoeten zijn zogenaamde bulsinggaten. Deze ga ten lopen door over de volle muurdikte en zijn bestemd om de bulsings (dit zijn horizontaal lopende steigerbal ken) van binnenuit aan te brengen voor de bouw van een steigervloer ten behoeve van herstelwerkzaamheden aan de dakvlakken. De gevel aan de stadzijde heeft in de loop der eeuwen weinig wijzigingen onder gaan. Bij de recent uitgevoerde restauratie zijn de luikopeningen in de smalle terugliggende gevelvlakken gereconstrueerd. De twee spitsboogjes van het terug- liggende middenvlak zijn gereconstrueerd aan de hand van hervonden sporen in het metselwerk. Voor het overige is deze gevel ongewijzigd gebleven en hersteld in de toestand zoals deze werd aangetroffen vóór de restauratie. De hoekoplossingen van de gevel laten een gevarieerd beeld zien door toepas sing van verschillende steensoorten. Bij het onderste deel zijn zowel de hoeken als de poortboog opgezet in Doornikse steen. Daarboven is een circa 1,20 m brede strook uitgevoerd in metselwerk met geglazuurde steenkoppen en weer daarboven zijn de hoeken opgezet in Gobertange steen. In de strook met het metselwerk zijn een tweetal figuren verwerkt van geglazuurde steenkoppen. In de beide zijgevels zijn de toegangen naar de daarachter gelegen wenteltrap pen volledig gereconstrueerd en voorzien van nieuwe deuren. Ook de doorgang naar de weermuur en de aanzetten van de aansluiting van de stadsmuur met het poortgebouw zijn in de gevels zichtbaar gemaakt. In de hoeken van de gevels, met de ronde torenlichamen, zijn restanten van aan bouwingen te zien, die in het verleden behoorden bij een aantal privaten. Deze 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 53