te weten clat boven deze letters een kraai is afgebeeld. Het wapen is voorzien van een helm, met fraai uitgevoerde dekkleden. Het helmteken is een kraai. De steen is gedateerd 1663 en thans te bewonderen in de Plevierstraat. Aan de westzijde van 'De Witte Swaen' aan het Havenpark, waarover hierna meer, bevond zich het Vrijslop. Pieter Remeeusse diende, samen met de eigenaar van het pand op de andere hoek, Pieter Gerritse van der Port. een verzoek in om toestemming de doorgang tussen beide huizen te mogen overwelven. De stads raad stond dit toe op 9 november 1643. Hierdoor ontstond het Vrijpoortje.. De boven de doorgang gebouwde ruimte behoorde bij het huis van Van der Port, die in bier en wijn handelde. In de voorgevel van deze uitbreiding plaatste Van der Port zijn in steen uitgehouwen wapen. In het familiewapen was onder meer een open poort met dak tussen twee torens te zien. Het verdween bij de vernieu wing van de voor- en achtergevel in de 19de eeuw. Gevelstenen met religieuze voorstellingen en teksten In de oorspronkelijke gevel van het pand Oude Haven 39a bevond zich een steen met daarop een herder, die enkele schapen voor zich uit dreef. Daaronder het opschrift: DE SCHEEPHERDER. Hoewel een beroep wordt uitgebeeld, ligt het meer voor de hand hier een religieuze betekenis aan toe te kennen. De schaap herder als beeld van Jezus Christus, de Goede Herder (Johannes 10:11 en 14). Aan de Plevierstraat is een steen met een tekst te vinden. Deze luidt: GEEFT DEN KEYSER DAT DES KEYSERS IS ENDE GODE DAT GODTS IS. Deze Bijbeltekst is ontleend aan Matthéüs 22:21, Markus 12:17 en Lukas 20:25. Gelet op de uitvoe ring en decoratie behoort de steen met de tekst ANNO 1664 bij de vorige. Beide stenen zijn echter in twee afzonderlijke flatwoningen aan de Plevierstraat aange bracht. Vermoedelijk zijn deze stenen van elders afkomstig en horen ze niet in Zierikzee thuis. In 1755/1756 werd de Lutherse kerk ingrijpend* verbouwd. Ter herinnering daar aan werd boven de toegang een arduinsteen aangebracht, met daarop: VRAAGT GY AANSCHOUWERS, WIE DIT HUIS HEEFT UITGEBREID? 'T IS 'S HEMELS LIEFDE EN GUNST DER ACHTBAERE OVERHEID. In de sluitsteen is het jaartal 1755 verwerkt. De gunst van het stadsbestuur bestond hierin dat zij een geldbe drag van 100 Vlaamse ponden (600 gulden) beschikbaar stelde en voor haar rekening nam het onderhoud van de buitenzijde van de kerk onder voorwaarde dat indien de gemeente ooit zou moeten worden opgeheven het kerkgebouw aan de stad zou komen. Nog heden ten dage gelden deze bepalingen. Het was vooral burgemeester Jacob de Jonge geweest, die de Lutherse gemeente welgezind was. Daarom mocht zijn 13-jarig zoontje de eerste steen van de nieuw bouw leggen. Ter herinnering werd in de zuidmuur eveneens een gedenksteen 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 63