bevindt zich een steen met daarop een vat afgebeeld. Daaronder de naam: INT AZYNVAT. Links en rechts bevinden zich steentjes met daarop ANNO en 1641. In het midden van de 17de eeuw woonde hier de Doopsgezinde azijnfabrikant Adriaan Jansz., die deze gevel liet optrekken. Naar zijn beroep werd hij ook wel aangeduid als Asijnman. ■(T^BIntazyn vat) Azijnvat, 1641 (Havenplein 22) (foto: Joop van Houdt) In de gevel van een pakhuis aan het Lange Groendal bevond zich tot kort voor 1900 nog een steen met daarop een schip. Daaronder waren drie over elkaar ge kruiste vissen afgebeeld en het opschrift: D.R. 1644. Op grond van het kohier van de huisschatting over 1654,1655. dat bewaard is gebleven in het stadsarchief, kan de veronderstelling worden geopperd dat deze initialen staan voor Dingeman Rochusse. In de gevel van het pand Oude Haven 25 heeft zich een steen bevonden, die aantrekkelijk uitgevoerd moet zijn geweest. P.D. de Vos omschrijft de afbeelding als volgt. In kleur een schip met zijn spriet kruiselings over de mast en daaronder het opschrift: DIT SCHIP IS GOED EN BEQUAEM. DE VERGULDE RAE IS ZIJN NAEM. Daaronder de letters D.F. en het jaartal 164.. Het laatste cijfer was De Vos niet bekend. De Vos maakt tenslotte melding van een gevel aan de westzijde van de Breedstraat, ongeveer in het midden, met daarin drie stenen. Op de eerste was in kleuren een man afgebeeld, die werk uitvoerde op een tafel of schavend. Op de tweede stond het wapen van Schouwen en op de derde een roodgeverfde mee- baal, met daaronder: DE MEEBAAL. Vermoedelijk betreft het ook hier een 17de eeuwse gevelsteen. In 1666 en 1670 wordt aan de Bagijnestraat het huis 'de Meebale' vermeld. Het ligt voor de hand aan te nemen dat het hier om hetzelfde huis gaat omdat de Bagijnestraat overgaat in de Breedstraat. Een herberg met deze naam komt voor in 1614. In een van de gevels van de flatwoningen aan de Plevierstraat is een steen inge metseld met daarop afgebeeld een stapel opgevouwen lakens en daarboven een engel. Het opschrift luidt: IN T ZIERICKZEESSCHE LAECKEN. De herkomst van deze steen is onduidelijk. Voor zover bekend was er geen huis met deze naam in Zierikzee. De Zierikzeese lakennijverheid genoot een zekere reputatie, die ook elders bekend was. Waarschijnlijk bevond de steen zich oorspronkelijk niet in Zierikzee, maar elders. In het noorden van de stad bevonden zich de zogenaamde Godskamertjes, een rij woningen. Zeven daarvan waren bestemd voor de behoeftige en oude leden van het Schippersgilde. In de resterende zes zuidelijke woningen werden soort-

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 66