de makelaar, een klein monument door H.C. Verduijn den Boer-Gorzeman 'Makelaar, (gewestelijk) houten spits boven aan de top van puntgevels (b.v. bij schuren)" zo staat hij beschreven in Van Dale's Woordenboek ('10e clmk, 1976). Maar waar komt deze vreemde naam - die associaties wekt aan koop en verkoop van onroerend goed - nu vandaan? De planken die bij de gevel langs de dakranden worden aangebracht, de z.g. windveren of boeidelen en waterborden, dienen om het opwaaien van dakpan nen tegen te gaan. Waar zij bij de nok tezamen komen, wordt er een plank tus sen gespijkerd: deze plank "makelt" of verbindt de twee planken en wordt der halve de makelaar genoemd. We kennen hem allemaal wel: die houten plank met geschulpte zijden en heel dikwijls ook nog met uitgezaagde motieven, hoog op de gevels van boerenschu ren. Soms zijn de windveren ook van uitgezaagde versieringen voorzien en vor men dan samen met de makelaar een opvallend ornament. Omdat deze makelaars, of geveltoptekens zoals ze ook wel genoemd worden, kwetsbare onderdelen van gebouwen zijn - weer en wind hebben er vrij spel op - zijn de huidige niet ouder dan de eeuwwisseling. Maar we mogen aannemen, dat zij de evenbeelden zijn van hun versleten voorgangers. Op oude foto's van dorpsgezichten is goed te zien, dat er destijds op bijna iedere houten schuur een geveltopteken prijkte. Helaas zijn de afbeeldingen meestal niet duidelijk genoeg om de juiste vorm er van te kunnen onderscheiden. Oorsprong en geschiedenis De oorsprong van de makelaar ligt verborgen in voor-historische tijden. Bij opgravingen van boerderijen uit de Bronstijd heeft men resten gevonden van palen waarop paardenschedels waren geplaatst. Dit gebruik moet eeuwenlang wijd verbreid zijn geweest in Europa; zelfs in de 'lóde eeuw zette men in ons land nog het hoofd van een paard op een staak in de tuin teneinde de groei van het gewas te bevorderen en rupsen en katten te verjagen. Het oude volksgeloof bleef namelijk naast het Christendom een rol spelen. Men geloofde in de genezende kracht van de vlier en in de bescherming tegen brand na blikseminslag door een pol huislook op het pannendak te zetten. Onheilafwerencle tekens in de vorm van een hart of zandloper werden uitgesne den in deuren en vensterluiken, levensbomen kwamen in het bovenlicht boven cle deur en harten, ruiten en kruizen werden aangebracht in het metselwerk van 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 77