ARCHEOLOGISCHE MONUMENTEN OP SCHOUWEN-DUIVELAND door drs. Ellen Vreenegoor, provinciaal archeoloog Archeologie en bodemarchief Archeologie is een wetenschap die, net als geschiedenis, het verleden probeert te achterhalen en te beschrijven. De geschiedkundige duikt daarvoor in de archie ven, op zoek naar geschreven bronnen. Over een groot deel van liet verleden is echter niets geschreven. Dat geldt ten eerste voor het verre verleden, de tijd toen er nog geen schrift bestond. En ten tweede voor de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen, perioden waarin men wel kon schrijven, maar dat slechts gebeur de door een beperkt aantal mensen over een beperkt aantal onderwerpen. Zo zijn de enkele fragmenten overgeleverde tekst uit de Romeinse Tijd nauwelijks bruikbaar als we meer willen weten van het leven in onze streken. Om toch ken nis te vergaren over de onderwerpen of de perioden waar de historische bron nen weinig of niets over zeggen, komt de archeologie om de hoek kijken. Zoals de historicus zijn kronieken leest, zo gebruikt de archeoloog de sporen en voorwerpen die in de bodem bewaard zijn als zijn bron van kennis. Zijn archief is de bodem. Het bestaat onder andere uit greppels, omheiningen, sporen van huizen van hout of steen, funderingen van kerken en kastelen. Ook de voorwer pen die worden teruggevonden horen daarbij. Ze zijn weggegooid als afval, ver loren, of als offer gedeponeerd. Het zijn resten van eten, slachtafval, mest, scherven van potten en pannen, onderdelen van wapens, enzovoort. Met deze gegevens schrijft de archeoloog de bewoningsgeschiedenis van een plaats of streek. Het is dus van het grootste belang om dit bijzondere archief zo goed mogelijk te beheren en te behouden. De 'bladen' ervan zijn onze archeologische monumenten, monumenten van ons verleden. Bewustzijn van het verleden hoort bij de mens. Het geeft een eigen identiteit, een plaatsbepaling tussen verleden en toekomst, en soms een verklaring van het heden. In het onderstaande zal nader ingegaan worden op de zorg voor, en de betekenis van deze monumenten, toegelicht aan de hand van verschillende typen die voor komen op Schouwen-Duiveland. Verborgen en bedreigd Het landschap zoals we dat vandaag de dag kennen, heeft er niet altijd zo uit gezien, maar is in de loop der eeuwen gevormd door de mensen. Bossen zijn gekapt of aangelegd, veenlagen afgegraven, hele gebieden zijn door schaapskud den omgevormd tot heidevelden. Hoe zou Schouwen-Duiveland er uit hebben gezien zonder de dijken die er de laatste duizend jaar zijn aangelegd? Het landschap is echter vooral sinds de vorige eeuw heel erg veranderd. Veel ken merkende elementen uit het verleden zijn bij de grote ruilverkavelingen in de jaren '50 verdwenen. Alleen sommige hoger gelegen archeologische monu menten, zoals kerkterpjes en vliedbergen, zijn nog in het landschap te zien. De meeste resten, waarschijnlijk zo'n vijf-en-negentig procent, bevinden zich voor het oog verborgen in de bodem. Deze zijn in het verleden door de natuur afge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1995 | | pagina 7