Renesse
Haamstede SCHOUWEN
Kouciokerke
Zierikzee DU|VELAND
Scbouuf&n-Duivelcmd300 en nu (uil: Leefbaar laagland, 1993).
veranderde dit met water doordrenkte zandpakket in een zware vloeistof, waarin
de zandkorrels als het ware gingen zweven. Het zand vloeide vervolgens zijde
lings in de langs de kust lopende geul weg en de er boven liggende dijk stortte
in. Er konden op deze manier wel honderdduizenden kubieke meters grond in
beweging komen. Het waren een soort onderzeese lawines. Dijkvallen vonden
vooral plaats tijdens eb, als de waterdruk op de dijk aan de zeezijde wegviel.
Aan de zuidkust van Schouwen kwamen zeer regelmatig dijkvallen of afschuivin
gen voor. Voor 1500 waren door dijkvallen al enkele dorpen in zee verdwenen.
In de zestiende eeuw werd de schade echter nog groter doordat het aantal dijk
vallen alarmerend toenam. Dit werd veroorzaakt doordat na de stormvloeden van
1530 en 1532, toen in korte tijd de komberging van de Oosterschelde sterk ver
groot werd, de geulen langs cle oevers zeer diep werden uitgeschuurd (Van de
Ven, 1993). In de zestiende eeuw ging veel land verloren, hetgeen blijkt uit ver
halen over mensen die 'in een mans leven' aan drie inlaagclijken hebben gewerkt
(Beekman, 1980).
Tussen 1600 en 1900 zijn aan de zuidkust van Schouwen 144 dijkvallen en 22
afschuivingen geregistreerd (Fokker, 1908). Daarvan vonden maar liefst 43
afschuivingen en dijkvallen plaats bij de Flaauwers Inlaag tussen 1725 en 1900
(ter vergelijking: aan de noordzijde van Schouwen vonden (van 1600 - 1900) 32
dijkvallen en afschuivingen plaats, zodat de frequentie daar meer dan vijf maal zo
laag ligt). De Flaauwers Inlaag werd fel tegen de oprukkende Oosterschelde ver
dedigd. Men kon hier niet verder naar achteren, vanwege de achterliggende
moeren en rietvelden. Een bijkomend probleem was het feit dat het gebied ten
westen van Zierikzee steeds meer open voor de zee kwam te liggen: bij harde
westenwind kwamen Noordzeegolven rechtstreeks door de Oosterschelde-mon-
ding op dit stuk dijk af (Beekman, 1980).
Om te voorkomen dat na zo'n dijkval uitgestrekte delen van het laaggelegen
Schouwen zouden overstromen, werd achter de zeedijk een tweede dijk aange
legd. de zogenaamde inlaagdijk. Klei direct achter de zeedijk werd gebruikt voor
het opwerpen van de meer landinwaarts gelegen inlaagdijk, zodat tussen de dij
ken een laaggelegen gebied ontstond, de eigenlijke inlaag. In deze inlaag was
meestal ook al (voordat er van een inlaag sprake was) klei afgegraven voor de
88