Anders is het bij de vloeiende medeklinkers m en n: hemd wordt emde en mand wordt mande. Kees concludeert dat de verlengingsverschijnselen in de onvoltooid verleden tij den steeds minder worden. Hij vraagt zich af of dit komt door cultuurinvloeden. Toch hoort men in Schouwen, maar dan ver van Zierikzee: 'k Mos toch nog lache, toe'k in de modder wegzakkende. Ie brullede snot in kwiel. liet zou in het kader van dit artikel te ver voeren om het gehele feuilleton te behandelen, het artikel zou te omvangrijk worden. Daar Kees zich voorlopig lot taak heeft gesteld slechts te constateren en niet te verklaren moedigt hij germanisten aan al deze dialectverschijnselen aan een onderzoek te onderwerpen, teneinde er een wet of logische lijn in te vinden. Uit aflevering zes een aantal citaten van Kees: De beschaving is een groote vijand van het dialect. Zij stuurt aan op nivellee ring: wie voor beschaafd wil doorgaan, moet spreken als ieder ander spreekt! Is beschaving dan soms niet iets innerlijksFriezen en Groningers zijn voorgegaan! Laat ook de Zeeuwen hun dialecten in eere houdenlaat ook de Schouwenaars onder elkaar hun mooie taal blijven spreken. Zij zijn heusch wel in staat dal te doen en daarnaast het algemeen beschaafd zóó te beheerschendat ze "over water" geen gek figuur zullen slaan. Laten zij zich niet schamen voor hun mooie oude woorden.Hoe het Schomvsch geschreven moet wordenis inderdaad niet in een handomdraai uit te maken. Het zou wenselijk zijn, aan- knopingspunten te vinden in het reeds geschreven Schomvsch en daarvan u itgaande regels te for muleren; hoe het moet. en desnoods hoe hel niet moet. Zeker is het. dat bij 't vast stellen van een bruikbare schrijfwijze voor het Schomvsch de gewone spelmoeilijk- heden in al hun kracht te voorschijn zullen komen.Met het bovenstaande zijn- zeker niet alle moeilijkheden van een Schouwsche spelling opgelost. Indien ik ze echter nog vermenigvuldigde, ben ik er zeker van mijn doel- voorbij te strevenik wilde opwekken tol het schrijven in 't Schouwsch en zeker niet- de geïnspireerden daarvan afschrikken.{...\ Bij het schrijven van deze opstellen over Schouws dialect, heb ik met veel vreugde, zoowel op Schouwen als daarbuiten, groote belangstelling voor ons bescheiden, maar pittige taaltje mogen constateeren. Werkelijke vond sten, mooie woorden, aardige veronderstellingen kwamen van alle kanten naar me toe. Ik heb ze nog niet allen kunnen verwerken, maar ik hoop later in de gele genheid te zijn er op terug te komen. In de Zierikzeesche Nieuwsbode van '15 februari 1929 verschijnt een reactie op het feuilleton "Schouws Dialect" in de vorm van: 'n Buurpraetje tussen Tonis Bieze in Maerte KrukeP. Maerte brengt Tonis op de hoogte van een onverwacht bezoek van ene meneer K.K., de schrijver, "die zo aordeg over de Schouwse taele in de bode van onderlesten 'eschreven eit.Deze verzoekt Maerte om samen met Tonis, evenals hun vaders, Stoffel Bieze en Jilles Krukel, dat ruim dertig jaar gele den ook deden, maandelijks een 'saemenspraeke in cle bode t'ouwen', om zodoende de actuele zaken in Schouwen aan de orde te stellen. De redactie van de Zierikzeesche Nieuwsbode zou zonder enige twijfel medewerking verle nen. Na enige discussie, over de vraag of zij wel in staat zijn om te kunnen ver halen en in het dialect te schrijven komen zij tot de conclusie dat er dertig jaar nadat hun vaders in de bode schreven nog genoeg zaken en toestanden zijn die aandacht nodig hebben en besproken dienen te worden. "Asje dan zo is rond- kiet ier een dae in je gedachten laet gae, och, och, dan bin de aeken in oógen oak nog de waereld nie uut.Daarom besluiten Tonis en Maerte contact op te nemen 106

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 108