De graaf benoemde in 1322 de custos van de kerk, maar dat wil nog niet zeggen
dat hij de collator was. De stichting van de kerk van Renesse dateer ik dus iets
vroeger dan toe nu gebruikelijk was. Het koor van de huidige kerk dateert uit
rond 1300. Bij opgravingen in de kerk kwam een bakstenen fundering uit de der
tiende eeuw aan het licht, maar in diepere lagen werden graven gevonden die
een afwijkende richting vertonen van de latere graven.12 Deze kunnen bij een
oudere kerk hebben behoord. Bij de stichting kan de parochie dus nog niet de
Oosterenban van cle Duine hebben omvat. Deze werd pas na '1300 bij Renesse
gevoegd en moet tot die tijd samen met de Westerenban tot de parochie
Haamstede hebben behoord.
Sintjan en Schouwen
Uit dit alles komt een beeld naar voren van een machtige graaf, die de invloed
van de Vlaamse abdij van Sint Baaf en die van de Utrechtse bisschop geleidelijk
terugdringt. Maar de invloed van de bisschop moet bij de bevolking heel voel
baar zijn gebleven door de jaarlijkse heffing van de tienden. Bij de inning zal hij
gebruik hebben moeten maken van de grote lokale machthebbers. Deze kregen
later cle tiend in pacht tegen een jaarlijkse betaling in geld, hetzij voor de duur
van hun leven, hetzij in erfpacht. Daarbij vererfde de pacht aanvankelijk nog op
meerdere erfgenamen, zoals ook het geval was bij de Zeeuwse ambachten. Dit
heeft een verregaande versnippering van het tiendbezit in de hand gewerkt. De
bepaling die we vanaf de tweede helft van de dertiende eeuw in de pachtoor-
konden vinden, dat de tiend bij vererving niet mag worden gedeeld, moet wor
den gezien als een reactie op deze vergaande versnippering. De pachters verkre
gen tiendcomplexen gelegen over het hele eiland. Toen de bisschop de tienden
aan de kapittels van Sint Jan en Sint Marie schonk was hij niet meer in staat deze
structuur geheel te doorbreken. Hij kon dus niet meer alle tienden binnen één
parochie schenken, maar alleen tiendcomplexen die aan een bepaalde heer in
pacht waren uitgegeven en die uit gemeten tienden in diverse parochies konden
zijn samengesteld. Zo bezat Dirk van Moergers in de dertiende eeuw tienclcom-
plexen van Hoog Weldamme bij Zierikzee tot Burgh in het westen en het hele
tiendcomplex werd aangeduid als 'de tienden van Dirk van Moergers'. Van de
verpachting van de tienden werd door het kapittel van Sint Jan een zeer uitge
breide administratie bijgehouden. Hierdoor heeft het kapittel zijn rechten scherp
in het oog kunnen houden. Dit is enigszins verbazend wanneer we het relatief
geringe belang van deze tienden voor de inkomsten van de kanunniken in ogen
schouw nemen. Één groot stuk land te Maarsseveen bracht al meer dan de helft
op van alle tienden in Schouwen tezamen. Ik ben geneigd hierin een teken te
zien dat aan de tienden meer waarde werd gehecht dan een louter financiële.
Door middel van dit tiendbezit heelt het kapittel van Sint Jan geprobeerd de
invloed van de Utrechtse kerk in dit deel van het Utrechtse diocees, waar de
macht steeds meer in handen kwam van de graaf van Holland, te behouden.
Noten
l.Dit artikel is gebaseerd op hetgeen ik over de kerken en tienden op Schouwen heb geschreven in
mijn dissertatie over hel kapittel van Sint Jan te Utrecht: E.N. Palmboom, Het kapittel van Sint jan
te Utrecht. Een onderzoek naar verwerving, beheer en administratie van bet oudste goederenbezit
(elfde-veertiende eeuw) (Amsterdamse Historische Reeks, grote serie, 20). Hilversum 1995, blz. 356-
383 en 473-474. De bronnen die ik heb gebruikt zijn daar uitvoerig verantwoord. Aan de hand van
recente studies van Henderikx en Dekker heb ik mijn visie over de parochiestichting op
17