vergadering bijeen om te praten over een brief die hen door de 'Sous-Prefect' van
het arrondissement is toegestuurd.' Deze verzoekt de classis met klem om onder
zoek te doen naar het gedrag van de dominee uit Kerkwerve. De Sous-Prefect
heeft berichten ontvangen dat Pieterson z'n 'eerwaardig ampt' uit het oog ver
liest: hij houdt een 'openbaar huishouden met een bijzit' en maakt ai z'n geld op
aan sterke drank. De aanwezige leden van de kerkenraad van Kerkwerve erken
den ter vergadering dat zij de dominee al vaker hadden aangesproken op diens
gedrag. De vergadering besluit een commissie te benoemen die één en ander
eens haarfijn moet gaan uitzoeken.
Hel eerste onderzoeksverslag - de val (februari 1812)
In februari 1812 brengt de commissie verslag uit van haar rondspeuringen in
Kerkwerve, Als eerste heeft de commissie burgemeester Domus Boogerd onder
vraagd. Deze welgestelde grondbezitter, schout en dijkgraaf schetst de moeilijke
financiële positie van Pieterson, en vertelt dat men in de zomer van 1811 tot een
plan was gekomen om "...provisioneel in de behoeften van de predikant te voor
zien". Maar deze was hier niet tevreden mee geweest, en stond erop dat ook de
bijdrage van de dorpelingen - de contributie - verhoogd werd. Dit gebeurde uit
eindelijk ook wel, maar had niet het resultaat waarop Pieterson gehoopt had.
Veel dorpelingen betaalden hun contributie niet. Ze hielden het in ter vereffening
van door de predikant zelf gemaakte schulden, of waren anderszins niet van plan
iets af te staan; immers: "De dominee verteert het toch maar in de drank".' De
burgemeester had de commissieleden ook verder weinig goeds te melden. Ja,
over het drankmisbruik van de dominee was geen twijfel mogelijk; de uitbaatster
van 'De Meelbaal' - een kroeg in Zierikzee - en de hospes van de dorpsherberg
zouden hen er meer over kunnen vertellen. Erger nog: de dominee haalde het
zelfs in z'n hoofd om dronken de kansel te beklimmen. Weliswaar had men hier
omtrent geen zekerheid, zo moest de burgemeester erkennen. Maar de predikant
bezigde 'zonderlinge uitdrukkingen' als: "Dat zegt U maar een domme dominê",
zodat men toch voor het ergste vrezen moest. Het voordeel van de twijfel werd
hem niet gegund. Dit blijkt ook al uit het antwoord van burgemeester Boogerd
op de vraag of Pieterson in concubinaat leefde met zijn voormalige meid, en of
hij als gevolg van een en ander z'n kinderen verwaarloosde. Nee, zo moest de
Doopboek '1810, Hervormde
gemeente Kerkwerve. De doop
van de tweeling Gezina en
Lamberta en bet overlijden van
de tweeling en van de echtgenote
van ds. Pieterson, Gezina Stram,
opgetekend in het bandschrift
van ds. Pieterson.
Streekarcbivariaat Schouwen-
Duiveland, Zierikzee. Archief
Hervormde gemeente Kerkwerve.)
21