burgemeester toegeven, directe bewijzen voor het concubinaat waren er niet, maar uit haar 'vorig slecht gedrag' en uit het feit dat ze nimmer in de kerk kwam, moest men deze gevolgtrekking toch maken. Bovendien: hij trekt met de meid naar de stad en laat zïi kinderen alleen achter. De burgemeester is ter ore geko men dat ze eens zelfs "...erbarmelijk schreiende, door eene buurvrouw aardappe len voor het varken gekookt zijn gegeven". En mocht dit alles nog niet voldoen de zijn; dan wist hij ook nog te melden dat de predikant begonnen was met de afbraak van de pastorie (de dominee mocht gratis in cle pastorie wonen als hij "...het huis behoorlijk onderhouden en repareren zou"). De boekenkast had het reeds moeten bezuren en was in de stad te gelde gemaakt. De beheerder van de dorpsherberg. Johannes Koremans, levert aanvullende informatie over Pieterson's drankgebruik. Éénmaal had de dominee wel Voor 18 schillingen genever' laten halen. Maar dit was toch een uitzondering. Meestal ging het om vier a vijf maal daags 'een bakje'. Tenslotte wordt Pieterson zelf voor de commissie geroepen. De dominee ontkent alle beschuldigingen, maar de commissie is niet onder de indruk. Dat hij een meid nodig heeft voor z'n huishouden willen ze wel geloven; maar waarom nu juist deze; die "...geene beginselen van zedelijkheid vertoone". En waarom ver schijnt ze niet in de kerk? Het lijkt er toch sterk op dat Pieterson ook niets onder neemt om haar daartoe aan te zetten. Pieterson ontwijkt dit onderwerp door zich te beklagen over zijn inkomsten. Eigen schuld! antwoorden de leden van de commissie. Dat er weinig contributie binnenkomt hangt samen met uw eigen gedrag. Ook verder ontkent Pieterson de aantijgingen: nooit dronk hij voor meer dan 18 schellingen in een week. Dronken is hij dus niet geweest. En in 'De Meelbaal' komt hij wel, zo moet hij erkennen, maar hij nuttigt er slechts koffie, en nimmer verkocht hij er goederen. De voorzitter van de commissie is vreselijk geërgerd over de ontwijkende en ontkennende antwoorden van Pieterson. Wie denkt hij in de maling te nemen! Bij voortduring in het dorp jenever laten aan rukken en dan beweren dat hij in de kroeg in Zierikzee niets dan koffie neemt! Het is een schande, niet in het minst omdat het van zijn 'schrale inkomen' afgaat, dat hij immers voor z'n gezin nodig heeft. De classicale vergadering besluit op grond van het rapport van de commissie om Pieterson voor vier weken te schorsen. In deze tijd moet hij zijn bijzit wegsturen, van de drank afblijven en de schade aan de pastorie herstellen. Een comité van drie heren zal hierop toezien. De predikbeurten te Kerkwerve zullen deze vier weken door zijn collega's worden waargenomen. Beterschap en terugval (26 mei 1802) In de vier weken die volgen weet Pieterson het comit van toezicht ervan te over tuigen dat hij het juiste pad heeft hervonden. Lang duurt de blijdschap over Pietersons 'thuiskomst' echter niet. In de vergadering van de classis van 26 mei meldt het comité van toezicht dat de dominee zijn omgang met de 'eerloze vrouw' heeft hervat. Volgens de burgemeester heeft ze hem te Kerkwerve opge zocht, en 'men zegt zelfs' dat de dagelijkse tochten van Pieterson naar Zierikzee ook tot doel hebben haar te kunnen blijven zien. De stad trekt echter ook om andere redenen. Volgens de burgemeester is het een feit dat Pieterson "...tot bekoming van gereed geld tot zelfs de alleronmisbaarste meubelen en huisraad verkoopt of beleent; het is zeker dat er niets meer in huis te vinden is dat eenige waarde heeft, tot zelve genoegzaam zijne geheele bibliotheek is naar Zierikzee 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 24