igHp
yjiTii 3ÜK:
jjujg
de wethouder, de deurwaarders, de bakker en de sociëteithouder De Looze
sneuvelen. Na arrestatie van vier belhamels wordt het na tienen weer rustig." Of
deze vier - twee schoenmakersknechts, een zeilmakersknecht en een bakkers
knecht - inderdaad de hoofdaanstichters zijn, is voor de Zierikzeese officier van
justitie een open vraag.7
Pas op de vierde dag, zaterdag 21 februari 1845 trad het gemeentebestuur krachti
ger op. B&W vaardigden een publikatie uit, om tot rust te manen.8 Zonder over
weldigend succes. Patrouilles van politie en schutters konden niet voorkomen, dat
er weer ruiten sneuvelden. Op diezelfde dag werd pas het provinciebestuur geïn
formeerd. Te laat: men had de gouverneur in Middelburg al bij het begin per ijlbo
de moeten informeren.9 Deze lakse houding kwam burgemeester De Crane op
een berisping door de minister van binnenlandse zaken, baron Schimmelpenninck
van der Ove van der Pol, te staan. Hulp was immers pas gevraagd toen het niet
anders meer kon. De aanstaande loting voor de militie en de halfvasten-markt
dreigden namelijk de kansen op escalatie van het oproer verder te vergroten.
Iflk M.C. de Crane, burgemeester ran Zierikzee. 1816-
1824 en 1827-1854.
(Coll. Gemeente Zierikzee. bureau musea)
Op maandag 23 februari waren er 121 soldaten uit Vlissingen in cle stad aanwe
zig.1" Er was op de dag daarna - de dag van de loting - enige onrust. Enkele
slachtoffers brachten, waarschijnlijk baldadig geworden over hun ongewenste
militaire perspectieven, het gewraakte klokkelied ten gehore. Er ontstond tumult
en het Vlissingse detachement moest in actie komen."
Ook buiten de stad was het in die dagen onrustig. Verderop in het district
Zierikzee, in Haamstede werden op de 24ste onder bedreiging met geweld levens
middelen en geld afgeperst van de burgemeester en de ontvanger der belastin
gen.12 Hierna schijnt het rustig te zijn geworden. Een in Bergen op Zoom achter
de hand gehouden detachement van 250 militairen hoefde niet te verschijnen.13
Zonder nasleep bleven de gebeurtenissen niet." De berisping voor de burge
meester noemde ik hiervoor al. In ambtelijke stukken wercl cle agent van de
'Nederlandscbe Handel Maatschappij (N.H.M.) genoemd als kwade genius.
Vanwege persoonlijke grieven tegen burgemeester De Crane zou hij - om deze
laatste in een kwaad daglicht te stellen - de onlusten hebben aangestookt.
32