De westvleugel van de voormalige katoenweverij aan de zuidzijde van het Kerkhof te Zierikzee, gebouwd in 1840. (Coll. Streekarcbivariaat Schouwen-Duiveland) Produktie Salomonson (1842=100=omstreeks 3/4 miljoen vierkante nieter katoen) jaar index jaar index jaar index 1842 100 1843 94 1844 88 1845 90 1846 76 1847 8256 Een daling beginnend met zo'n tien procent en later oplopend tot zo'n twintig procent van het niveau van het topjaar 1842. Deze teruggang zou - naast andere catastrofale ontwikkelingen - door zijn gevolgen voor de arbeiders de geesten rijp maken voor de uitbarsting van februari 1845. Een ijzeren economie: arbeidskosten als sluitpost We zagen al dat in 1840 sprake was van loonsverlagingen voor Zierikzeese tex tielarbeiders. Voor de winter van '1840 werd acht cent in mindering gebracht op de weekverdiensten van 1839. In gunstige omstandigheden ontving men - gemid deld - een rijksdaalder. Dat gemiddelde daalde nu naar fl. 2,42 - een korting van drie procent.57 Deze aftrek werd gerechtvaardigd door verwijzing naar de onkos ten voor verwarming en verlichting gedurende de winterdag. Burgemeester De Crane verzette zich, maar zonder resultaat: de bedrijfsresultaten waren te slecht, meende de textielfabrikant. Het jaar daarop anticipeerde Salomonson op de te verwachten orderterugloop van de kant van de N.H.M. Met verwijzing naar de Overijsselse lonen werd in de winter van 1840/1 nog eens 39,5 cent per week ingehouden: een korting van ruim 16% ten opzichte van het loonniveau van 1839-38 Het was de gemeente die weer op de bres ging. Voor de laatste wintermaanden van 1841/1842 werd een subsidie verleend van 16 cent per week.39 Het was echter maar hulp van zeer tijdelijke aard. Het jaar 1843 bracht de dreiging van fabrieks- sluiting. Door - wederom - gemeentelijke subsidie werd het bedrijf opengehou den, maar de lonen werden door Salomonson weer met zestien cent per week verminderd. Het argument: 'we moeten gelijke pas houden met de lonen in Overijssel'. Dit keer subsidieerde de gemeente de arbeiders niet meer voor ver warming en verlichting."1 Salomonson besliste echter dat deze dat jaar niet betaald behoefden te worden. 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 38