De Zierikzeese wevers gingen blijkens cle hiervoor gemelde gegevens met een
loonsdaling van 25% in de jaren 1839-1843 de harde periode 1844/45 in (afgezien
van door de gemeente gedragen kosten voor verwarming en verlichting). Er is
een andere methode om cle loonsdaling vast te stellen door de stuklonen van
'1839 en 1843 naast elkaar te zetten. Een wever kreeg voor een 'katoentje' (van
gemiddeld zo'n 22,5 vierkante meter) in '1839 fl. 0,80; voor hetzelfde stuk in 1843
25% minder: 60 cents/1
Dat men omstreeks 1843 niet meer dan twee gulden per week in handen kreeg
als wever wordt ons bevestigd door een belangrijke bron uit 1842. Het is een
opgaaf van weverslonen, opgesteld door de stedelijke Hervormde Diaconie. Op
deze lijst staan 132 wevers: mannen, vrouwen en kinderen, die door elkaar
fl. 2,04 verdienen of 34 cents per persoon per clag/2
De door Salomonson in 1843, 1844 en 1845 per jaar betaalde loonsom zou, ver
geleken met 1842, met een kwart tot een derde clalen.'-' Deze vermindering was
groter clan clie van het gemiddelde individuele wevers-inkomen. Dat kwam door
het benutten van het tweede wapen dat de fabrikant ter beschikking stond om
zijn bedrijf zo rendabel mogelijk te houden: ontslag.
Hacl Salomonson gegronde, bedrijfseconomische redenen om in het loon te snij
den? Uit een aantal hiervoor genoemde gegevens blijkt in ieder geval, dat er aan
leiding was om maatregelen te nemen. Maar loonsvermindering bracht kennelijk
niet genoeg op. In cle volgende staatjes komt duidelijk naar voren, dat het aantal
arbeidsplaatsen verminderd werd. In het eerste staatje worclt uitgegaan van het
aantal handweefgetouwen in 1842: 208 te stellen op inclexgetal '100 (per getouw
was er in 1842 1,5 arbeidsplaats). In het tweede staatje wordt alleen het aantal
effectief in dienst zijnde wevers gegeven.
Benutte arbeidsplaat sen bij Salomonson, vanafhel topjaar 1842 ('100=208
handweefgetouwen=308 arbeidsplaatsen
jaar index jaar index jaar index
1842 100 1843 97 1844 81
1845 85 1846 76 1847 81""
Aantal wevers bij Salomonson, vanaf het topjaar 1842 (100=207 wevers)
jaar index jaar index jaar index
1842 100 1843 96 1844 88
1845 85 1846 75 1847 8115
Opvallend is in eerste instantie - naast cle daling op zichzelf - dat in het algemeen
de daling van produktie en clie van het personeelsbestand elkaar niet veel ontlo
pen, zij het dat de personeelsdaling iets sterker is. Één ding is zeker: zowel door
loonsvermindering als ontslag verhaalde Salomonson de gevolgen van cle tegen
vallende economische situatie op de werkende klasse. Beide maatregelen en
zeker hun combinatie moeten hard aangekomen zijn. Of het allemaal nodig was?
Twijfel rijst. Het is immers de vraag of Salomonson er alles aan deed om cle
wevers aan het werk te houden. Ik was heel verbaasd in de litteratuur de opmer
king aan te treffen, dat cle fabrikant Belgisch - kennelijk goedkoop - textiel met
een Zierikzees stempel aan de N.H.M. verkocht. Hij was trouwens cle enige niet.
Haarlemse textielfabrikanten maakten zich schuldig aan soortgelijke praktijken/6
In tweede instantie is nog een ander gegeven van belang. In deel tien van cle
'nieuwe' Algemene Geschiedenis der Nederlanden vertelt P.C. Jansen, dat het
achttiende-eeuwse ondernemersbeleid in tijden van economische moeilijkheden
37