nog maar één huishouden geweest."" Had liet jaar 1845 de uitzichtsloosheid van het bestaan - die ook door protesten niet te veranderen viel - duidelijker gemaakt? Staan we in 1845 aan een door velen voorvoelde crisis in Zierikzee? Was de volheid van cle straten in februari 1845 symbool voor de overbevolking die menigeen de kans op een toekomst scheen te ontnemen? Het oproer: een verklaring Wat voor Salomonson gold, gold ook voor andere bedrijven: het loon was laag en de werkgelegenheid verminderde. De meekrapbereiding gaf zoals we zagen weinig emplooi. Dat gold ook voor de scheepswerven. Eerst in 1845, na het oproer, lagen er weer nieuwe (kof-)schepen op stapel. De oorzaak voor de ach teruitgang van deze bedrijvigheid was, het laat zich raden, mede bij de N.H.M. te zoeken. Zierikzeese schepen werden zoals gezegd niet meer bevracht. De veelvuldig aangeduide werkgelegenheidsproblemen, men kan niet anders dan ze zien tegen de achtergrond van een gedurende decennia langzaam maar zeker groeiende stedelijke bevolking: vele varkens maken de spoeling dun. De demo grafische gegevens over de jaren 1816 tot 1845 laten duidelijk zien, dat de sterfte cijfers lager waren dan de geboortecijfers. Er zat jeugdige druk op de demografi sche ketel. Zierikzee: demografische gegevens 1816-1845 jaar geb. sterfte totaal jaar geb. sterfte totaal 1816 - - 6260 1838 271 189 6323 1830 234 246 6452 1840 257 137 6708 1832 250 252 6325 1841 236 172 7072 1834 267 184 6499 1842 275 203 7261 1835 235 159 6414 1843 242 229 7171 1836 248 153 6770 1844 256 188 7240 1845 258 242 7213°' Veel jong grut, groei - mede te verklaren uit een vestigingsoverschot, de aantrek kingskracht van bedrijven als Salomonson? - en de invloed van de slechte winter van 1844/45: het laat zich alles uit deze cijfers aflezen. Het gevolg: te veel men sen voor te weinig werk. Van belang voor het begrijpen van het oproer zijn echter nog wat andere zaken: naast de barre winter van 1844/45 moet ook de verscherping van de belasting inning genoemd worden. Er waren in oktober 1844 niet minder dan 848 belas tingplichtigen met een betalingsachterstand van bijna 3500 gulden."- Het ging om arme mensen, die ook nog eens getroffen werden door een strenge winter. Toen het ministerie van financiën in december 1844 de Middelburgse belastingdirecteur opdroeg er nu eens stevig tegenaan te gaan, ontstond een bijna onbeheersbare, explosieve situatie.63 De oorzaak had nog een aanleiding om de zaken tot uitbar sting te brengen. En de belastingdienst hielp mee. Het aantal waarschuwingen dat de belastingdienst in de pers liet plaatsen om mensen aan te sporen tot be taling van achterstallige belastingen, is voor het tweede halfjaar van 1844 het hoogste van de veertien halfjaarlijkse perioden van 1838-1847. Maar er is meer. Door sommigen wordt geen belang toegekend aan cle Zierikzeesche Courant en de radicale en politieke opstelling van dat blad.6' De praktijk lijkt anders. De krant schreef voor de middenstand. Het was deze krant die, evenals de Zierikzeesche Nieuwsbodeopmerkte, dat de middenklasse dreig- 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 42