gelicht was sleepte het raderstoomschip Prinses Marianne, dat dienst deed op de
beurtdienst Middelburg-Rotterdam, het schip naar de rede van Veere, waarna het
pas op 2 mei in Middelburg aankwam. Het zwaar gehavende schip ging meteen
voor ruim drie maanden in reparatie bij de werf van de Commercie Compagnie
waar voor achtduizend gulden aan het schip werd vertimmerd.51
Blikseminslag
Tijdens de terugkeer van de vijfde en eerste particuliere reis uit Hongkong kreeg
het schip op 3 mei 1851 in de Atlantische Oceaan voor de Europese kust een
zwaar onweer te verwerken. De bliksem sloeg in de top van de kruismast en ver
brijzelde de twee bovenste stengen (verlengingen) van deze achterste mast,
waarna de bliksem zelfs 'haren loop had genomen in de kajuit en aldaar het ver-
gulsel heeft weggenomen'. Tevens waren enkele planken aan de buitenkant van
het schip weggeslagen waardoor de timmerman genoodzaakt was na het luwen
van de storm met grote inspanning het schip onder water te inspecteren op
mogelijke lekkages. Ook dit overleefde de Roompot en op 7 juni arriveerde het
schip veilig op de rede van Zierikzee.9
De laatste reis
Op 25 september 1852 namen de inwoners van Zierikzee afscheid van de Room
pot, voorgoed naar later zou blijken. Tweeëntwintig man hadden aangemonsterd10
voor de tweede particuliere reis van het schip, deze keer naar Akyab. het huidige
Sittwe, een havenplaats gelegen op een eiland voor de westkust van Birma (thans
Myanmar), waar het schip op 4 februari 1853 arriveerde. Snel werd een lading rijst
ingenomen en alles voor de thuisreis in orde gebracht. Het schip was op dat
moment 'hecht en dicht, de masten, pompen en luiken volgens zeemanscostume
behoorlijk gesloten, met krayen voorzien en met dubbele presenningen (geteerd
zeildoek) gedekt en geschalmd, aldus in volkomen staat om koopmansgoederen
over zee te voeren'." Op 20 februari 1853 om zeven uur 's ochtends hief de
bemanning het anker en verliet men, met mooi weer en onder leiding van een
loods, de rede van Akyab. Anderhalf uur later stapte de loods van boord en zeilde
de Roompot door de Golf van Bengalen richting Indische Oceaan.
Zonder noemenswaardige problemen kwam op de vroege ochtend van 8 mei Sint
Helena in zicht. Met invallende stormvlagen zette men koers naar dit eiland en het
schip ging omstreeks half twee op de rede voor anker. Nog dezelfde middag
begon de bemanning met het bestellen van verversingen. Het drinkwater werd
direct aan boord genomen, de overige proviandering zou de volgende dag gebeu
ren. De storm zette echter door en de zware stormvlagen en hoge deining deden
schip en tuig zwaar werken zodat om middernacht liet schip van de ankers sloeg
en ging driften. De bemanning zag geen mogelijkheid nog terug te keren en ver
volgde noodgedwongen de reis met achterlating van de bestelde proviand.
De volgende twintig dagen waren er geen problemen. Men zeilde 'naar omstan
digheid van weer en wind'. Op 29 mei bemerkte de bemanning dat het schip
door het zware werken meer water dan normaal maakte, maar tijdens alle wach
ten werd zo goed mogelijk lens gepompt. Een maand lang zeilde het schip voort
totdat, in zwaar weer met stormvlagen uit het zuidwesten, op 27 juni in het noor
den Dartmouth in zicht kwam. De volgende dag passeerde men rond tien uur het
eiland Wight waarna zeil werd vermeerderd, 's Middags kwam de Vlissingse
loodskotter No 2 in zicht die om vier uur bereikt werd. De schipper van de kotter
48