de grote vlucht Belgische vluchtelingen op Schouwen-Duiveland door drs. Jan Pieter J. Lokker Dit artikel gaat over de woelige periode van eerste opvang van Belgische vluch telingen in Zierikzee en het eiland, direct na de val van Antwerpen. Het verhaal eindigt met het vertrek van de vluchtelingen naar de eigen woonplaats of een vluchtelingenkamp elders in Nederland. Over de groep Belgische vissers die vanaf april 1915 naar Zierikzee is gekomen werd in het jaarboek van '1987 een artikel geschreven. De oorlog In augustus 1914 viel Duitsland het neutrale België binnen. De opmars verliep zonder noemenswaardige tegenstand. Het Belgische leger verkeerde in 1914 in een volledige reorganisatie en miste daarom de noodzakelijke samenhang. Bovendien waren de soldaten onvoldoende getraind in dagmarsen en was er een enorm gebrek aan militaire uitrusting. Vanaf 18 augustus had het Belgische leger zich teruggetrokken in de vesting Antwerpen en deed van hieruit enkele aanvallen in de rug van de Duitsers om zodoende de geallieerde offensieven aan de Marne en de Aisne enigszins te ondersteunen. De Duitsers besloten daarom ook Antwerpen uit te schakelen. Een leger van '120.000 soldaten, onder leiding van generaal Von Beseier, mar cheerde in de richting van de stad aan de Schelde. Het leger was uitgerust met een enorme hoeveelheid zware artillerie. Met name de Oostenrijkse houwitsers van 305 en 420 mm hadden een geweldige vernietigingskracht. Een Belgisch offi cier der genie schrijft op 10 september in zijn dagboek: "Generaal Brialmont heeft den mortier van 42 cm niet voorzien, en voortaan is de uitslag van alle ver dere berekening, dit eenmaal gesteld, van onwaarde gebleken. Waar bommen met dien mortier geschoten op het veld in den grond kwamen te vallen, heb ik ze een trechter zien uithollen, tien a twaalf meter diep." De Belgen konden slechts antwoorden met 150 mm geschut. Bovendien waren cle Antwerpse forten onvoldoende gepantserd en het beton was niet van een monoliet constructie en bood dus weinig beschutting. Op 28 september werd de aanval op Antwerpen ingezet door een methodische beschieting van de buitenste fortenrij. Op '1 oktober liep de Duitse infanterie storm en forceerde zonder veel moeite een doorbraak. Het Belgische leger was gedwongen zich terug te trekken en in de stad zelf hielden een Belgische divisie en Britse soldaten nog stand tot 10 oktober. Meer dan 30.000 soldaten vluchtten naar Nederland en werden daar geïnterneerd. Lange tijd verkeerde de bevolking van Antwerpen in de veronderstelling dat hun stad onneembaar was en dat er geen noodzaak was om te vluchten. Want behal ve talrijke burgers uit andere Belgische steden waren zelfs regering en koninklij ke familie naar Antwerpen verhuisd. Bovendien was er de reeks geruststellende berichten van overheidswege dat de forten rond de stad intact waren en bleven en dat iedere aanval met succes werd afgeslagen. Berichten van buiten de stad werden streng gecensureerd, zodat de Antwerpenaren ook niet op de hoogte- waren van de feitelijke toestand. 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 59