ten via een centraal bureau lopen om een eerlijke verdeling van de leveringen door vissers te garanderen. De prijs was vastgesteld op 1,75 per baal van 90 kilo of, als er los werd ingekocht, 1,40 per ton. Zo waren mosselen aanzienlijk goed koper zelfs dan het goedkoopste rundvlees dat altijd nog 0,90 per kilo kostte. Terugkeer Direct na de inname van Antwerpen hebben de Duitsers er alles aan gedaan om de bevolking weer naar de stad en omliggende dorpen te laten terugkeren. In een circulaire die op 13 oktober onder de vluchtelingen werd verspreid, had Louis Franck, voorzitter van de Intercommunale Commissie, vanuit Antwerpen de Belgen opgeroepen om terug te gaan. Hij verklaarde dat personen en eigendom men in Antwerpen veilig zijn en dat vooral bakkers, slagers en kruideniers bin nen twaalf dagen terug moesten zijn, op straffe van in beslagneming van hun bedrijf. "De orde en rust moet natuurlijk met de grootste zorg gehandhaafd wor den en alle vijandelijkheden tegen het occupatieleger vermeden, maar voor orde lievende menschen is er geen enkele reden om afwezig te blijven.", aldus Franck. Ondanks geruststellende woorden en dreigementen kwam de terugkeer slechts aarzelend op gang. Deze terughoudendheid was alleszins begrijpelijk. Het gerucht ging dat de Duitse bezetter Belgische mannen naar Duitsland liet voeren en zelfs dat zij in het Duitse leger dienst moesten nemen. Maar ook het bericht dat mannen die eenmaal naar Antwerpen waren teruggekeerd om de boel in ogenschouw te nemen, niet meer terug mochten naar Nederland om hun familie of gezin op te halen. In de vragenlijst van 19 november werden nog meer rede nen genoemd om niet onmiddellijk terug te gaan. Eén familie had een zoon die was gedeserteerd en andere families hadden geen werk meer in Antwerpen. De Duitsers hebben daarop de Nederlandse regering ingeschakeld om de terug keer te bespoedigen. De bezetter had er alle belang bij dat het normale leven op gang zou komen. Veel aandrang werd uitgeoefend op onderwijzers om terug te keren en inderdaad gingen de drie onderwijzers die in Zierikzee geregistreerd stonden spoedig terug naar Antwerpen. Maar ook de Nederlandse regering wilde cle Belgische vluchtelingen zo snel mogelijk laten terugkeren naar het vaderland. Behalve om financiële redenen wenste de Nederlandse regering, als neutrale mogendheid, de Duitsers zo min mogelijk te schofferen. In een brief van de Commissaris van de Koningin van 17 oktober aan de burgemeesters van Zeeland citeert hij uit de brief van de minister: "Nu het Duitsche opperbevel den terugkeer van de Belgische vluchtelingen heeft toegestaan, is het oogenblik gekomen om van Regeeringswege dien terugkeer te bevorderen. Ik verzoek UH.E.G. daarom ten spoedigste de Burgemeesters in Uw gewest, binnen wier gemeenten zich zoodanige vluchtelingen bevinden, uit te noodigen tot dezen de vraag te richten of zij tot terugkeer bereid zijn." En als de vluchtelingen weigerden om terug te gaan naar België mocht er uiteraard geen dwang op hen worden uitgeoefend, maar "een zachte drang om terug te keeren schijnt mij niet misplaatst." Deze laatste aanbeveling werd door de Commissaris van de Koningin in een brief aan de burgemeesters overigens strenger vertaald. Hij zei namelijk dat de minister heeft bepaald "dat zoo nodig drang zal behooren te worden uitgeoefend door de burgemeesters en de comité's, opdat cle naar onze provincie uitgeweken Belgen, voorzoover zij niet of gedeeltelijk in hun onderhoud kunnen voorzien, vrijwillig naar hunne haardsteden terugkeeren, nu die terugkeer mogelijk is." 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 68