De oprichters behoorden allen tot de elite van het dorp; op twee na waren zij allemaal lid van de gemeenteraad in '1936. De twee uitzonderingen zijn later lid geworden van de raad. De stichting werd duidelijk gesteund door de gezagsdra gers binnen het dorp, op een enkeling na allen landbouwer. Deze stichting is voor mijn onderzoek van belang omdat volgens mij blijkt dat de elite van het dorp wel degelijk bereid was om aan veranderingen deel te nemen of ze zelfs aan te zwengelen. Dit is in tegenspraak met het stereotiepe beeld van een achter gebleven dorp. Verder vond er in deze stichting op meerdere manieren moderni sering plaats. De stichting probeerde haar doel te bereiken door het ondersteu nen van mechanisering van de vlassers. Een gegeven dat al in de naam van de stichting verwerkt zit. In een later stadium richtte zij zich ook op scholing. Deze twee elementen, mechanisering en scholing, zijn volgens mij tekenen van de modernisering zoals die in Nieuwerkerk heeft plaatsgevonden. Ook was er voor de oorlog in Nieuwerkerk een behoorlijk aantal voorbeelden van mechanisering. Dit valt bijvoorbeeld te zien aan het aantal aanvragen voor een hinderwetvergun ning. Aanvragen hinderwetvergunning 1935-1938 1935 J. M. Moerland (electro-motor), "De Duif" (electro-motor voor gebruik in zuivelfabriek), W. van Dijke (electro-motor), H. L. van de Zande (vlasserij), L. Pantus (uitbreiding wagenmakerij). 1936 Houtzagerij krijgt vergunning voor electrisch aangedreven houtzagerij. "De Duif" (uitbreiding werkzaamheden zuivelfabriek). L. D. Rentier, Jb Heijboer Pz., Jac., Schoenmaker Jz., Joz., Syriër, L. M. Syriër, Joh. Heijboer, W. Flik- weert, Wed. P. Heijboer - van Klinken, G. Flikweert (vlasserij). J. Dalebout (vergunning voor het plaatsen van een 3 pk. electro-motor). 1937 L. Zeeman, J. Koeman, C. Stoutjesdijk Wz., S. van Klinken, Jac. Bom Wz., (vlasserij). 1938 A. Reynhoudt, C. P. Clarisse (beide bakkerij), "De Duif' voor uitbreiding zuivelfabriek, Joh. Flikweert Pz., L. Kooijman, Joh. van Strien, J. Flikweert Gz., Joz. Syriër, G. van Klinken Dz. (vlasserij). Gebaseerd op gegevens uil de correspondentie van de gemeente Nieuwerkerk 1935-1938. Hieruit blijkt dat al voor de oorlog mensen bezig waren met mechanisering. Overigens blijkt uit het grote aantal aanvragen van vlassers in 1936 dat de stich ting ter bevordering van mechanische vlasbewerking een behoorlijke mate van invloed heeft gehad. Ook andere onderzoekers hebben dit gesignaleerd. Het rap port Schouwen-Duiveland na de Ramp spreekt van een samenleving die al voor de oorlog verandert5. Dus voor zover het mechanisering betreft was Nieuwerkerk net als de meerderheid van de rest van Schouwen-Duiveland wel degelijk aan het moderniseren. Hetzelfde geldt voor het onderwijs. Voor de oorlog werd veel belang gehecht aan scholing. Later is dat belang alleen maar groter geworden. De scholing is op het praktische nut gericht. Vooral opleidingen als de landbouwschool zijn popu lair. De leerlingen of eigenlijk hun ouders maken een erg pragmatische oplei dingskeuze. Datzelfde pragmatisme spreekt uit door de Zeeuwse Landbouw Maatschappij georganiseerde cursussen. Ook deze cursussen werden druk bezocht. Na de oorlog zie je hetzelfde beeld. Verschillende onderzoeken komen tot de conclusie dat na de oorlog de wens om door te leren bij veel jongeren een 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 76