grotere rol gaat spelen. Overigens blijft ook hier deze wens tot doorleren sterk
beperkt tot pragmatische opleidingskeuzes. Het blijft heel belangrijk dat er iets
met de opleiding gedaan kan worden. Datzelfde beeld komt naar voren in het
gedrag van de gemeenteraad van Nieuwerkerk in deze periode. Verschillende
opleidingen krijgen subsidie maar de leesbibliotheek van Nieuwerkerk (iets wat
nu als bijna onmisbaar wordt gezien voor onderwijs) krijgt maar in beperkte mate
steun.
Religie
Wanneer we met zevenmijlslaarzen door de religieuze geschiedenis van
Schouwen-Duiveland heen lopen, krijgen we iets te zien dat overeenkomt met
het beeld van dit eiland als calvinistisch openluchtmuseum. Althans, het calvinis
tische element daarin klopt vrij aardig. Omdat de schrijver van het bewuste arti
kel de term 'calvinistisch' als een algemene term gebmikt, ga ik hier niet verder
in op de verschillen die er bestaan tussen de verschillende geloofsrichtingen in
Nieuwerkerk. In de ogen van buitenstaanders werd het geloof op Schouwen-
Duiveland op een erg 'ouderwetse' manier beleden. Maar, nog afgezien van de
vraag of die 'ouderwetse' manier wel zo erg was, klopte dat beeld wel? Immers
ook voor cle Ramp traden er verschillende veranderingen op die de samenleving
op Schouwen-Duiveland beïnvloedden. Te denken valt hierbij aan verbetering
van de wegen, het ontwikkelen van communicatiemiddelen zoals de radio en
mechanisering in de landbouw. Deze veranderingen in de gemeenschap hebben
ook hun sporen nagelaten in de geloofsgemeenschap. Deze invloeden op de
gemeenschap zijn tijdens de oorlog alleen maar sterker geworden. Op het religi
eus vlak valt te verwachten dat de Ramp geen beslissende invloed heeft gehad
en dat zij hoogstens een versterkend effect heeft gehad op een tendens die toch
al aanwezig was. Overigens dachten de grote kerken in 1953 daar heel anders
over. Zowel de Nederlandse Hervormde Kerk als de Gereformeerde Kerken heb
ben opdracht gegeven tot een onderzoek naar de veranderingen in de gemeen
schap na de Ramp. Dat de nadruk in de rapporten van deze onderzoekers op het
religieuze element ligt, hoeft niemand te verbazen. In beide rapporten werd de
vrees uitgesproken dat voor de inwoners van Schouwen-Duiveland doordat zij na
de evacuatie in contact zijn gekomen met een andere levenswijze het belang van
het geloof af zou nemen. Deze angst komt mij enigszins overdreven voor. Het
was in feite ook zo dat door de Ramp de Kerken er een aantal taken bij kregen.
Zij speelden tijdens de evacuatie een grote rol bij het bijelkaar houden van de
dorpelingen. Het was vooral de kerk die tijdens de evacuatie de contacten tussen
de dorpelingen op de meest succesvolle manier onderhield6. Zelfs zodanig dat de
kerkelijke contactavonden beter liepen dan de avonden die door de burgerlijke
autoriteiten werden georganiseerd. Voor een deel is dat logisch te verklaren.
Wanneer de eigen dominee kwam preken op een evacuatie-plaats, kwamen de
dorpelingen daar op af. Het was prettig om weer eens de bekenden van het
eigen dorp te zien. De kerkelijke contactavonden hadden dus ook een sociale
functie die verder weinig met geloof te maken hadden.
In hoeverre klopt het hierboven geschetste beeld met de werkelijkheid in
Nieuwerkerk? Nieuwerkerk was inderdaad een godsdienstig dorp. De bevolking
was in feite verdeeld over drie kerkgenootschappen. De Nederlandse Hervormde
Kerk was de grootste op het dorp; 48,3% van de inwoners maakte deel uit van
deze kerk. Verder was er nog de Gereformeerde Kerk (20,2%) en de
75